‘Zalig. Het woord openbaring, in het Grieks apokalyps, roept bij ons, als het om de tijd vóór het einde gaat, vreselijke gedachten op: apokalyptische beelden… Maar hier, aan het begin van dit Troostboek, wordt apokalyps, ontsluiting, opening, verbonden met een woord dat naar onze gedachte er weinig bij past: zalig.’ Aldus ds. C.A. Tukker in een meditatie over Openbaringen 1: 3 in de Waarheidsvriend, 1993.
Zalig
Het Griekse woord is de vertaling van een Hebreeuws begrip dat ons afleert om alleen te denken aan een staat van zaligheid ná dit leven. Nee, de vervolgde christenen onder Domitianus, uit de tijd toen dit Bijbelboek werd geschreven, krijgen een staat van heil toegewezen, die naar de mens gesproken nergens op slaat, omdat ze onverenigbaar is met de vervolging en met het lijden. Dat rechtvaardigt enkele conclusies. De eerste luidt: zaligheid in de Bijbelse zin is niet afhankelijk van welvaart of welstand. Het is het werk van God in Christus tot troost van allen die vervolgd worden om der gerechtigheid en omwille van Zijn Naam.
Maar dat kan leiden tot een gevaarlijke slotsom, die hier niet bedoeld wordt, in de zin van: laat alles maar waaien, met de wereld en de geschiedenis heb je niets meer te maken, als je maar zalig bent. Nee, je mag van ‘zalig’ en ‘dit leven’ geen tegenstelling maken. Het zalig leven in het boek Openbaring is het leven in de hoop op God en in de volheid van Zijn genade. En tegelijk is het een leven in alle gebrokenheid, ook van onszelf, in deze wereld en in deze geschiedenis. En zo kan een christen tegelijk vervolgd en zalig zijn. In die spanning leeft hij en moet hij leven. Is dat zo erg? Of is het de spiegel naar buiten van wat we, als het goed is, in Christus zijn: tegelijk zondaar en gerechtvaardigde?
Horen en bewaren
Zalig is hij die (voor)leest, en zijn zij die horen en bewaren, namelijk de woorden van de profetie, anders gezegd: het profetische Woord. Het is de moeite waard om erover na te denken, dat de Heere ook in de moeilijkste tijden die belofte van zaligheid geeft en vervult door Zijn Woord als enige weg en als enig middel. God heeft, zo staat het in de eerste verzen, Zijn openbaring, Zijn apokalyps, Zijn opening van zaken aan Zijn dienstknecht Johannes te kennen gegeven. Johannes heeft dat woord als voor de rechtbank betuigd, en al wat hij gezien heeft. Nu komt het bij hem die voorleest in de gemeente en bij hen die horen en bewaren. De vervolgde christenen bezaten geen Bijbel, misschien beschikten rijken over een overgeschreven Bijbelboek. Maar in de gemeentevergadering kwamen de Brieven en wat God liet zenden, zoals dit Boek Openbaring. Nu kwam het aan op horen, d.w.z. gehoorzamen, en bewaren, d.w.z. erbij blijven totdat God Zijn Woord vervult. Wat een andere kerkgang wordt dat! Kent u die spanning van: ‘Wat wil God van mij? Wat zegt Gods Geest nu tot de gemeente?’ Daar geeft God de belofte van zaligheid op.
Tijd
Want de tijd, de beslissende tijd, de kairos is nabij. In het Grieks is de zin nog korter doordat het werkwoord ontbreekt. Zoiets als: Want nabij de tijd. Wat bedoelt Christus en wat bedoelt Johannes met dat begrip ’tijd’? Is dit de tijd van de crisis, van het oordeel en de eeuwige scheiding? Is het de tijd van de laatste tijden en van de bijbehorende tekenen? Zijn het de voorafschaduwingen van het jongste gericht? Nee, gezien dat ‘want’ is die beslissende tijd verbonden met de woorden van de profetie, die de Heere vervullen gaat. Het bewaren van dat Woord zal niet meer lang duren, want nabij is de geschikte en door God gekozen tijd om Zijn beloften te vervullen. Maar u hebt wel gelijk als u erbij zegt: Die enige geschikte tijd is de tijd van crisis, van het eindgericht.Â
De Heere zal de grootste dingen doen in de grootste smarten. Wanneer de benauwdheid over de aarde gaat, dan zal gans Israël zalig worden en de gemeente uit de heidenen tot volheid gekomen zijn. Velen verstaan dat als een bepaalde volgorde: eerst dit, dan dat. Eerst gerichten, dan het duizendjarig rijk, dan de satan ontbonden en dan de wederkomst. Met alle respect geloven we toch dat daar de nadruk van Openbaring niet op valt. Maar wel hierop dat de dagen van verdrukking de door God gekozen dagen zijn om de eenzijdige wonderen van Zijn hand te verheerlijken en Zijn profetisch Woord te vervullen. ‘Nabij’, staat er. Het is voor de deur. In de zin van de prediking van Johannes de Doper en Jezus: Bekeert u, want het Koninkrijk der hemelen is nabij gekomen. De Heere lere ons die andere tijdsorde, die Hem en Zijn Koninkrijk eigen is.