Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Luister de podcast

dinsdag 4 februari

Ds. D.J. van Dijk: Terug naar het zendingsveld

In 1937 schreef ds. D.J. van Dijk een bericht in het zendingsblad ‘Alle volken’ over zijn naderende terugkeer naar Indonesië. Niet wetend dat er een periode van oorlog wachtte. Hij mediteerde bij zijn afscheid over de woorden: ‘Biddende meteen ook voor ons, dat God ons de deur van het woord opene om te spreken de verborgenheid van Christus.’ (Kol. 4: 3a).

‘Nog enkele dagen, geachte lezer(es), en wij hopen de reis naar het Toradja-land, D.V., weer te ondernemen. Wij zijn nu ruim een jaar in het Vaderland geweest tussen familie en vrienden. Van de ziekte, waarvoor ons verlof met enkele maanden moest worden verlengd, zijn we dankzij Gods goedheid over ons weer hersteld. Wat ging zo’n verlofperiode snel om! Wat hebben we veel goedheid ontvangen, veel vriendschap genoten en vele blijken van medeleven gezien. In vele opzichten gaan we rijker terug dan we gekomen zijn. De Heere heeft het wel gemaakt. Ook vrienden en bekenden zijn we dankbaar voor het vele goede van hen ontvangen.

In vele gemeenten mocht ik vertellen van Gods grote werken in de Toradja-landen. Hierdoor werden vele nieuwe banden gelegd en oude vernieuwd. We hopen dat deze banden blijven mogen. Ginds, in dat verre Toradja-land, hebben we vaak behoefte aan blijken van meeleven uit het moederland, niet alleen, maar niet het minst behoefte aan contact met hen die ons werk leiden en steunen. En die behoefte bestaat gelukkig niet alleen op het zendingsveld, maar we hebben ze ook aangetroffen hier in het Vaderland, die meer contact zeer verlangden. De versterking van die band kan niet anders dan het werk ten goede komen. Enkele gemeenten vroegen mij, zo nu en dan een brief te schrijven voor de kerkbode. Wij willen dit, voor zover tijd en krachten beschikbaar zijn, graag doen, opdat daardoor het contact bestendigd blijft.

Dankbaar voor alles wat we ontvingen, blijft toch de bede in ons hart aan u allen: “Biddende meteen ook voor ons, dat God ons de deur van het Woord opene, om te spreken de verborgenheid van Christus”. De apostel Paulus vermaant de gemeente van Kolosse om te bidden, om te blijven bidden, om sterk aan te houden in het gebed. Daarin ligt de kracht om staande te blijven in de strijd, om de eenheid te bewaren in deze verbrokkelende en verscheurende wereld.

In dat sterk aanhoudende gebed vraagt Paulus ook een plaats. Hij vraagt hen niet te vergeten, opdat God, Die een verhoorder is van de gebeden van de Zijnen, ook de deur opene voor het door Paulus verkondigde Woord van de verborgenheid van Christus. De apostel vraagt dus om het gebed van de gemeente voor hem, dat echter samenvalt met de bede voor de uitbreiding van het rijk Gods. Paulus vraagt het gebed van de gemeente, opdat hij door het gebed gelegenheid krijgt om te spreken van de verborgenheid van Christus, en opdat de deuren worden geopend en de prediking van het Woord ingang vindt in de harten van de hoorders. Die deur moet geopend worden voor het mysterie van Christus, dat is de verborgenheid, waar Christus zelf de inhoud van is, namelijk de vrede en de verzoening voor de in zichzelf verloren zondaar, hetzij hij Jood of heiden is.

En wat zouden wij nu anders van u vragen, mijn vrienden, dan dat u in uw persoonlijk gebed en in het gebed van de gemeente, als u samenkomt, ook ons een plaatsje geeft? Biddende meteen ook voor ons, dat God ons de deur van het Woord opene in de Toradja-landen en het ons gegeven worde te spreken van de verborgenheid van Christus. Die voorbede hebben we zo nodig. Wij kunnen de deuren in de Toradja-landen niet openen. Maar op het gebed van de gemeente wil God het doen, want het gebed van de rechtvaardige vermag veel. Wij vragen die voorbede temeer, daar we zulke geweldige dingen te boodschappen hebben, namelijk de verborgenheid van Christus. Hoe zullen wij spreken van deze verborgenheid als God ons niet geve de opening van de mond? Daarom vragen wij u: bidt voor ons. De kracht van het gebed is zo groot. Het heeft gevangenisdeuren geopend en muilen van de leeuwen gesloten. Bidt dan, omdat wij zo klein en zwak zijn en omdat het werk zo groot en zwaar is. Gedragen door uw gebed zullen we met blijdschap onze weg kunnen gaan. En de Heere doe Zijn koninkrijk komen mede door uw gebed en onze arbeid. In het vertrouwen dat de Heere met ons gaat, gaan wij opnieuw op reis en aan de arbeid.’

Ds. D.J. van Dijk diende na zijn uitzending enkele jaren als Hervormd predikant in Sint Annaland. 

Luister deze blog als podcast

Lees verder over dit onderwerp

Luther: vergeef ons onze schulden

Luther: vergeef ons onze schulden

In een advies over bidden, dat Luther voor zijn kapper schreef, adviseert hij om tijdens de persoonlijke stille tijd...