‘Panta rei! Alles beweegt, alles verandert!’ Zo sprak ds. G. Boer in 1965 tot mannen die samenkwamen bij een landelijke samenkomst van Hervormde mannenverenigingen. Hij vroeg zich daarbij af wat dit betekent voor de prediking. Niets blijft immers hetzelfde? 

‘Dat geldt van de wereld, dat geldt ook van de kerk in haar verschijningsvorm op aarde. Ook de kerk staat in deze wereld, in een bepaald cultuurpatroon, in een samenleving die snel van gedaante verandert, te midden van een volk en volkeren die steeds meer met elkander te maken hebben. De wereld ligt open. De moderne verbindingsmiddelen zorgen ervoor dat wat aan de andere kant van de aarde gebeurt, ook ons beweegt en raakt.

De kerk kan het niet nalaten om voortdurend met haar tijd bezig te zijn. Dat is niet van vandaag of gisteren zo.  De kerk- en de dogmengeschiedenis zijn er voorbeelden van dat dit altijd zo geweest is. Telkens zien wij de kerk in strijd met de machten die haar omringen. In deze worsteling is zij soms bijna gestikt in wat haar leven vreemd was. Maar telkens opnieuw heeft God haar bij Zijn waarheid gehouden.

In haar strijd is zij vaak ontrouw geweest in het opnemen van datgene wat niet bij haar leven paste. In haar uitredding weet zij alleen te roemen in de genade Gods.

Telkens kijkt de kerk met knipperende ogen tegen een bepaalde eeuw en een bepaald levensgevoel aan. Dan zoekt zij naar de aanvat om in de Schrift het rechte antwoord te vinden. Augustinus zou nooit De stad Gods geschreven hebben wanneer het oude Romeinse imperium niet met donderend geraas was ineengestort. Enz.!

De kerk is geroepen het hoge Woord Gods te spreken, altijd en overal. Dat gebeurt vooral door de prediking. Deze is geen particuliere liefhebberij, maar een opdracht en een taak. God is ermee begonnen. De profeten hebben het Woord gehoord en aan het volk overgebracht, de Heere Jezus heeft niet anders gedaan dan in woord en daad het Evangelie van het Koninkrijk te verkondigen en de apostelen hebben dit Evangelie gezaghebbend verklaard en toegepast.

Ook vandaag wordt er gepreekt. God ontmoet Zijn volk voornamelijk onder de prediking. In deze ontmoeting gaat het om de tegenwoordigheid van God de Vader, om de indringende reiniging door het bloed van Jezus Christus en om de wederbarende kracht van de Geest.

In de tegenwoordigheid van de drieenige God wordt het Woord verklaard en toegepast, het Evangelie gehoord en geloofd, bezegeld in de sacramenten en bezongen in het lied, aangebeden in het gebed, bevestigd in een heilige wandel.’