Uw schepping, Heer, is Godd’lijk schoon,
Vol levenskracht en majesteit;
Maar Uw genâ en gunstbetoon
Zijn groter nog in heerlijkheid. (bis)
Refrein:
Wie heeft de zondaar lief als Gij?
Wie geeft genâ, zo rijk en vrij?
Wie geeft genâ, zo rijk en vrij?
Uw wonderwerk is groot in mij;
’k Was diep bedorven van gemoed;
Doch Uwe liefde kocht mij vrij;
Mijn schuld is onder Jezus’ bloed. (bis)
Refrein:
Wie heeft de zondaar lief als Gij?
Wie geeft genâ, zo rijk en vrij?
Wie geeft genâ, zo rijk en vrij?
O, dat deez’ boodschap van genâ,
Vol reddingskracht en zaligheid,
Weldra door heel de wereld ga,
Vermeldend Zijne heerlijkheid. (bis)
Refrein:
Wie heeft de zondaar lief als Gij?
Wie geeft genâ, zo rijk en vrij?
Wie geeft genâ, zo rijk en vrij?
Ds. W.L. Tukker: Krachteloos maken van het Evangelie (2)
In 1982 schreef ds. W.L. Tukker een artikel in De Waarheidsvriend dat tot op de dag van vandaag niets aan...