Waarom moest ik Uw stem verstaan?
Waarom, Heer’ moet ik tot U gaan
zo ongewende paden?
Waarom bracht Gij die onrust mij
in ’t bloed is dat genade?
Gij maakt mij steeds meer vreemdeling.
Ontvreemdt Ge mij dan, ding voor ding,
al ’t oude en vertrouwde?
O blinde schrik, –
mijn God, mag ik
niet eens mijzelf behouden?
Want ik zie voor mij kruis na kruis
mijn weg langs en geen enkel huis
waar ik nog rust zou vinden.
Kom ik zo echt
bij U terecht,
ben ik wel Uw beminde?
Spreek Gij dan in mijn hart en zeg,
dat het zo goed is, dat die weg
ook door Uw Zoon gegaan is,
en dat Uw land
naar alle kant
niet ver bij mij vandaan is.
Tekst: Ad den Besten, L941
Ds. W.L. Tukker: Krachteloos maken van het Evangelie (2)
In 1982 schreef ds. W.L. Tukker een artikel in De Waarheidsvriend dat tot op de dag van vandaag niets aan...