J.C. Ryle concludeert in een derde aanwijzing dat het houden van Gods geboden samenhangt met liefdedienst. ‘In de derde plaats verklaart onze Heere: “Indien gij Mijn geboden bewaart, zo zult gij in Mijn liefde blijven.” De bedoeling van deze belofte is nauw verwant aan de voorgaande. De mens, die nauwgezet volgens zijn geweten de voorschriften van Christus volgt, is de mens die aanhoudend het gevoel van de liefde van Christus in zijn ziel zal ondervinden.’
Onvolkomen
Natuurlijk moeten wij de woorden van onze Heere niet verkeerd verstaan, als Hij spreekt van het bewaren van Zijn geboden. Er is een opvatting van de onderhouding van de geboden, zoals niemand ze houden kan. Onze beste werken zijn onvolkomen en gebrekkig, en als wij ons best gedaan hebben, mogen wij wel uitroepen: “O God, wees mij zondaar genadig.” Toch mogen wij niet in een ander uiterste vervallen en toegeven aan de mening dat wij niets kunnen doen. Door de genade van God kunnen wij de wetten van Christus tot de regel van ons leven maken, en dagelijks tonen dat wij Hem wensen te behagen. Zodoende zal onze genadige Meester ons een aanhoudend gevoel van Zijn gunst geven, en Zijn vriendelijke blik op ons doen gevoelen, zoals de zon schijnend op een heldere dag. “De verborgenheid des Heeren is voor degenen die Hem vrezen, en Zijn verbond, om hun die bekend te maken” (Ps. 25:14).
Zorgvuldig
Lessen zoals deze kunnen sommigen wettisch toeschijnen, en veel blaam op hen brengen die ze beoefenen, zodanig is de kleingeestigheid van de menselijke natuur, dat weinigen ogen hebben om meer te zien dan één zijde van de waarheid. Laat de dienaar van Christus niemand zijn meester noemen. Laat hem zijn weg vasthouden en nooit beschaamd worden over zijn ijver, vruchtbaarheid en ijverige waakzaamheid in zijn gehoorzaamheid aan de bevelen van Christus. Deze dingen zijn volkomen verenigbaar met de behoudenis door genade en de rechtvaardigheid door het geloof, wat men ook daartegen moge zeggen.
Laat ons het besluit van de gehele zaak horen. De christen die zorgvuldig is in zijn woorden, in zijn karakter en in zijn werken, zal in het algemeen de gelukkigste christen zijn. “Blijdschap en vrede in het geloven” zullen nooit een onstandvastig leven vergezellen. Het is niet voor niets, dat onze Heere dit gedeelte aldus besluit: “Deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat uw blijdschap vervuld worde.”