1 Bron der hoogste zaligheden,
Allerreinste hemelgloed,
Trouwe Leidsman hier beneden,
Beid’ in vreugd en tegenspoed!
Geest des Heeren, steun der Kerk,
Zegel van ’t verlossingswerk,
Aller vromen hoogst verlangen!
Heilig, heilig onze zangen!
2 Uit den hoogen wordt G’ als regen
Overvloedig uitgestort;
En een rijke hemelzegen
Kiemt, waar Gij gezonden wordt.
Keer tot mij, tot mij ook in,
Reinig mij, vernieuw mijn zin,
Heilig al mijn geesteskrachten!
’k Blijf altijd uw hulp verwachten!
3 Gij, Gij zijt de beste gave,
Die een hart verlangen kan:
Aardsche rijkdom, schat of have
Hebben daar geen schaduw van.
Kruisig Gij mijn ouden zin;
Neem geheel mijn boezem in,
En vernieuw mij telken dage:
Dat ik Jezus’ beeldtnis drage!
Paul Gerhardt, Hervormde Bundel 1938