‘Dochter wees welgemoed, uw geloof heeft u behouden; ga heen in vrede’. ‘Vrees niet, geloof alleen, en zij zal behouden worden’. Lukas 8 vs. 48 en 50. Daarover mediteerde dr. C.A. Tukker in 1977 in de Waarheidsvriend.
‘Van dezelfde synagoge, die de hoofdman te Kapernaüm uit liefde tot Gods volk heeft laten bouwen (7 : 5), is Jaïrus overste. Hij is de man die in de synagoge de leiding heeft, zelf uit de Schriften voorleest of anderen daartoe uitnodigt. Jezus wordt gebeden in zijn huis te komen, want hij heeft één dochter van ongeveer twaalf jaar, en die is doodziek. Zal Jezus niet direct komen en dat kind genezen? Doodziek betekent immers dat geen uitstel gedoogd kan worden! Tweemaal komen we in het Evangelie zo’n ‘geval’ tegen. Hier de dochter van Jaïrus, en straks (Joh. 11) Lazarus. In beide gevallen stelt Jezus Zijn komen uit. Waarom? Wanneer Lazarus gestorven is, zegt Jezus tot Zijn discipelen: Ik ben blij om uwentwil, dat Ik daar niet geweest ben, opdat gij geloven moogt’. En hier bij Jaïrus bedient Hij Zich van dezelfde taal: Vrees niet, geloof alleenlijk’. God beproeft mensen, en soms lijkt het alsof Hij kwelt. Maar in werkelijkheid werkt Hij via een omweg van uitstel, dat afstel dreigt te worden, geloof in het hart dat Hem alleen voor het wonder van de genezing zocht.
Jezus gaat mee, doch wordt verdrongen en tegengehouden. Het lukt niet, het gaat niet snel genoeg. Reken gerust dat Jaïrus’ hart ineen krimpt. De enige Arts Die helpen kan, komt dadelijk ook nog te laat. Overigens laat Jezus Zich niet door ‘niets’ of voor ‘niets’ tegenhouden. Er is een vrouw. Jazeker er zijn zoveel vrouwen. Neen, let eens op: dit is een apart geval. Deze verkeert in gelijke omstandigheden als Jaïrus dochter. Alle geld aan artsen gespendeerd, en niemand had haar kunnen genezen. Lukas, de arts, weet wat hij. schrijft wanneer hij deze vrouw en Jaïrus’ dochter naast elkaar stelt. En als wij haastig conkluderen: ‘Maar zo’n kind gaat toch voor’, dan zegt Lukas: wacht even; hoe oud is dit meisje? Ongeveer twaalf jaar! En hoelang heeft deze vrouw bloed gevloeid? Twaalf jaar! Is die vrouw niet net zo doodziek als dat meisje? Des mensen bloed is zijn leven. Deze vrouw bloedt straks dood. Net zolang als het meisje leeft, vloeit de vrouw bloed. Is er verschil? Durft u te kiezen of voorrang te verlenen?
Jezus neemt de tijd. Er ontstaat een gesprek over wie Hem (bewust) aangeraakt heeft. Met nadruk in het Grieks zegt Hij: ‘Ik heb bekend dat kracht van Mij uitgegaan is’. Jaïrus popelt van ongeduld, maar kan niet anders dan bij Jezus blijven en moet alles aanhoren. In de nood van een vader met een doodziek kind leert Jezus hem wat Hij doet dien die op Hem wacht. ‘Ik heb bekend…’ God gaat Zijn souvereine weg. En Zijn weg is zelfs in de grootste nood geheel Zijn weg: anders en hoger dan onze wegen, zoals Zijn gedachten hemelhoog zelfs boven die van een vader met een doodziek kind uitgaan. Gelooft Jaïrus? Voor zijn oren verklaart de vrouw om welke oorzaak (vs. 47) zij Jezus heeft aangeraakt. In een andere evangeliebeschrijving zegt ze bij zichzelf: ‘Indien ik alleen Zijn kleed aanraak, zo zal ik gezond worden’. Door dit geloof wordt ze behouden en houdt haar kwaal op. Dat alles maakt Jaïrus mee. In nog een ander opzicht stelt Jezus de vrouw naast zijn dochter. Hij spreekt die vrouw aan met ‘dochter’. Als je Jaïrus vraagt: Over hoeveel dochters gaat het? , dan zegt hij: Ik heb er maar één, een eniggeborene, en die moet ik als het zo doorgaat, nog afstaan aan de dood. Maar Jezus maakt in Jaïrus’ bange ogen en hart plaats voor wat Hij ziet: er zijn er twéé. Jij bent het niet alleen, en jouw dochter is het niet alleen. Het lijkt hard, maar wat een les, en ook wat een verlossing wanneer de Heere ons uit ons kleine kringetje, waarin we met onze nood vastlopen, losmaakt en ons eens laat zien, hoe Hij de nood van anderen en van onszelf ziet en op waarde schat. In die les begint, zoals we volgende week zullen horen, het behoud.’