Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Luister de podcast

woensdag 21 mei

J.C. Ryle over schapen die nog buiten de stal zijn

‘Ik heb nog andere schapen, die van deze stal niet zijn; deze moet Ik ook toebrengen; en zij zullen Mijn stem horen, en het zal worden één  kudde en één herder.’ (Joh. 10: 16)

Ik heb nog andere schapen. – Hier spreekt de Heere duidelijk van de naderende bekering van de heidenen. De schapen, voor wie Hij in ’t bijzonder stierf, waren niet alleen de weinige gelovige Joden; maar ook de uitverkoren heidenen.

Deze moet Ik ook toebrengen. – De hier gedane voorspelling was in strijd met de Joodse vooroordelen. Zij dachten dat zij alleen Gods kudde en Gods uitverkoren volk waren.

Zij zullen Mijn stem horen. – Dit is een profetie en een belofte ineen. Het was een profetie, dat de uitverkorenen onder de heidenen, hoe onwaarschijnlijk dit ook mocht schijnen, Christus’ stem zouden horen in het hun verkondigd wordend Evangelie; en horende, zouden geloven en gehoorzamen. Het was de belofte, die Zijn apostelen moest aanmoedigen, om de heidenen het Evangelie te preken: “Zij zullen luisteren en bekeerd worden en Mij volgen.” Deze uitspraak moet de zendeling bemoedigen en verblijden.

En het zal worden één kudde en een Herder. – Er is “één algemene kerk”, het gezegende gezelschap van al het gelovige volk; hoewel er onderscheiden zichtbare kerken zijn. Hoe verschillend in onderscheiden punten van bestuur en plechtigheden, zijn ware gelovigen allen schapen van één kudde, en allen zien op tot hun Verlosser en Herder. Het zal meer volkomen vervuld zijn bij Christus’ wederkomst; dan zal van de wereld getoond worden de heerlijke kerk onder hun heerlijk Hoofd. 

Luister deze blog als podcast

Lees verder over dit onderwerp