Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Luister de podcast

maandag 25 november

John Bunyan: Van God afgedwaald, maar toch nog welkom?

Soms hebben mensen eerder in hartelijke omgang met de Heere geleefd, maar zijn ze naderhand afgedwaald. Zijn ze dan niet meer welkom bij Christus? Bunyan gaat hierop in door verschillende voorbeelden te noemen. 

  1. Als eerste voorbeeld noem ik Petrus. Petrus verloochende zijn Meester eenmaal, tweemaal, ja zelfs driemaal en dat met een openlijk uitgesproken eed. Toch nam Christus hem weer in genade aan zonder de minste aarzeling of zonder dat Hij Zich maar door iets liet weerhouden. Ja, hij gleed later nóg een keer uit, struikelde en viel opnieuw in de reinste huichelarij waardoor ook vele anderen schade ondervonden en ten val kwamen. Geen van deze dingen zijn echter in de ogen van Christus een belemmering voor zijn zaligheid, maar toen hij tot Hem terugkeerde nam Hij hem opnieuw in genade aan, alsof Hij niets van de overtreding wist.
  2. In de tweede plaats wijs ik op de rest van de discipelen. Zij dwaalden allen af en verlieten de Heere Jezus in Zijn grootste benauwdheid. “Toen verlieten al de discipelen Hem en vluchtten; zij keerden allen terug naar het hunne – zoals Hij voorzegd had – en lieten Hem alleen.” Maar ook hier ging Hij aan voorbij, als was het een zeer lichte zaak. Niet dat het op zichzelf genomen zo’n lichte zaak was, maar door de overvloed van genade die in Hem was, kon Hij er gemakkelijk overheen zien. Want toen Hij na Zijn opstanding voor het eerst aan hen verscheen, gaf Hij hen niet de minste berisping voor de trouweloze manier waarop zij Hem behandeld hadden, maar begroette Hij hen met woorden van genade, zeggende: “Weest gegroet; vreest niet; vrede zij ulieden! Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde.” Het is waar, Hij bestrafte hen om hun ongeloof. En daarvoor verdient u ook bestraft te worden, want alleen ongeloof houdt Christus en Zijn weldaden ver van ons verwijderd. Matth. 26:56; Joh. 16:32; Matth. 28:9, 10, 18; Luk. 24:36; Mark. 16:14. 
  3. Het derde voorbeeld is de man die, nadat hij openlijk de naam van Christus beleden had, een verhouding had met de vrouw van zijn vader. Daarmee maakte hij zich schuldig aan een verschrikkelijke zonde, ja, een zonde die zo erg was dat zij in die dagen zelfs onder de heidenen ongehoord was. Daarom was dit een voorbeeld van iemand die hopeloos in zonde gevallen was. Toch was hij, toen hij tot de Heere terugkeerde, bij Hem welkom en werd hij in genade aangenomen. 
  4. In de vierde plaats kunnen we wijzen op de dief die gestolen had en bevolen werd niet meer te stelen, waarbij hij er helemaal niet aan behoefde te twijfelen dat Christus bereid was hem deze afdwaling te vergeven. Ef. 4:28.

Dit zijn allemaal voorbeelden en bijzondere bewijzen van de bereidwil­ligheid van Christus om hen die afgedwaald en verachterd zijn in genade, aan te nemen. Laten we er daarom goed op letten dat voorbeelden en bewijzen dat Hij dit gedaan heeft, voor onze ongelovige harten een sterkere bemoediging zijn dan alleen maar de beloften dat Hij dit doen wil.

Luister deze blog als podcast

Lees verder over dit onderwerp

Spurgeon: Alles uit Christus

Wij kunnen de zoekende ziel niet te vaak en te duidelijk zeggen dat haar enige hoop op verlossing ligt in de Heere...

Gevallen mensen

Een diepe gebrokenheid heeft zijn intrede gedaan, bij de val van de mens in het paradijs. De mens was goed geschapen...