Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Luister de podcast

dinsdag 19 november

John Bunyan: Zij zullen komen

“Al wat Mij de Vader geeft, zal komen.” In deze laatste woorden ligt een antwoord opgesloten op de bedoeling die de Vader had, toen Hij Zijn uitverkorenen aan Jezus Christus gaf. Het doel dat de Vader voor ogen had, was dat zij tot Hem zouden komen en door Hem behouden zouden worden. 

Onweerstaanbaar

En dat zal ook gebeuren, zegt de Zoon hier: Zonde noch satan, vlees noch wereld, wijsheid noch dwaasheid zullen hen verhinderen tot Mij te komen. “Zij zullen tot Mij komen; en die tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen.”

Hiermee bepaalt de Heere Jezus dus uitdrukkelijk, dat Hij zoveel over­vloed van alle genade zal schenken, dat deze belofte ook werkelijk in vervulling zal gaan. “Zij zullen komen.” Dat wil zeggen: Hij zal maken dat zij komen door alle middelen die daartoe worden aangewend krachtig te zegenen. We kunnen hier een vergelijking trekken met wat tegen de boze geest gezegd werd, die tot Achab gezonden werd om hem te overreden naar Ramoth in Gilead te gaan en daar te sterven. “Ga”, zo werd hem bevolen, “Gij zult hem overreden en hem overhalen; Ga heen en doe dit!.” 1 Kon. 28:22.

Middelen

Hetzelfde zal Jezus Christus zeggen tot de middelen die gebruikt zullen worden om diegenen tot Hem te brengen, die de Vader Hem gegeven heeft. Ik zeg, Hij zal die middelen krachtig zegenen juist met het oog op dit grote doel. Die zullen hen overreden en ook werkelijk overha­len. Anders zou, zoals ik al gezegd heb, de bedoeling van de Vader verijdeld worden. Want het is de wil van de Vader, dat “van allen die Hij Hem gegeven heeft, Hij niemand verliezen zou, maar hen zou opwekken ten uitersten dage”, zodat behalve Christus Zelf als de Eersteling, later ook de Zijnen bij Zijn wederkomst zullen worden opgewekt. 1 Kor. 15. Maar dit zou niet kunnen gebeuren, als het krachtige werk van de genade zou ontbre­ken, al was het ook maar bij een van hen. Dit genadewerk zal echter vast en zeker aan hen verheerlijkt worden, ja aan allen die de Vader aan Hem gegeven heeft om hen zalig te maken. “Al wat Mij de Vader geeft, zal tot Mij komen; en die tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen.”

Luister deze blog als podcast

Lees verder over dit onderwerp

Spurgeon: Alles uit Christus

Wij kunnen de zoekende ziel niet te vaak en te duidelijk zeggen dat haar enige hoop op verlossing ligt in de Heere...

Gevallen mensen

Een diepe gebrokenheid heeft zijn intrede gedaan, bij de val van de mens in het paradijs. De mens was goed geschapen...