Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Luister de podcast

woensdag 16 april

Ds. W.L. Tukker: De belijdenis maakt de kerk tot kerk (1)

‘De belijdenis van Jezus Christus maakt de kerk tot kerk, zoals de Schrift zegt in Romeinen 10:9-10: “Indien gij met uw mond zult belijden de Heere Jezus en met uw hart geloven dat God Hem uit de doden opgewekt heeft, zo zult gij zalig worden; want met het hart gelooft men ter rechtvaardigheid en met de mond belijdt men ter zaligheid.” Dat is een gelovige kerk, een belijdende kerk, een kerk die in dit geloof zalig is en zalig wordt.’ Aldus ds. W.L. Tukker in 1975, schrijvend in de Waarheidsvriend vanuit de Hervormde gemeente te Sirjansland. 

De roeping van dienaren

Waar wij als dienaren van het Woord en als dienaren van de kerk samen zijn, daar moet het geloven en het belijden wel in de eerste plaats ónze zaak zijn. Voor onszelf, voor de kerk en ten bate van de wereld waarin wij leven.

Geloofsgetuigen uit het Oude Testament

De illustere rij van gelovigen uit het Oude Testament kunnen wij ons ten voorbeeld stellen, zoals Hebreeën 11 ons toont. Het zijn leidinggevende mensen die in allerlei godsdienstige en maatschappelijke omstandigheden hun geloof hebben geoefend, ziende op de overste Leidsman en Voleinder van het geloof: Jezus.
Mij lijkt het goed te letten op een tweetal evangeliedienaars die in het Nieuwe Testament van meet af aan het belijden hebben ingezet, en daarmee het werk van de kerk op een spoor hebben gezet.

Petrus: de eerste belijder

En dan is natuurlijk als eerste te noemen: Petrus. Reeds hebben anderen, ver voor hem, Jezus als de Christus beleden, maar aan de belijdenis van Petrus in Mattheüs 16:16 verbindt Jezus de gehele apostolische bevoegdheid, namelijk de sleutelmacht van het Koninkrijk der hemelen. Van deze Petrus-belijdenis zegt Jezus: “Vlees en bloed hebben u dat niet geopenbaard, maar Mijn Vader, die in de hemelen is.” En van die belijdenis zegt Jezus: “Op deze belijdenis zal Ik Mijn gemeente bouwen, en de poorten der hel zullen haar niet overweldigen.”

1. Een openbaringsgodsdienst

Drie dingen hierover. Ten eerste: onze godsdienst is een openbaringsgodsdienst.
De dingen van het Koninkrijk Gods zien, Christus zien, Christus geloven, Christus belijden — is een kwestie van openbaring. Het te kunnen zien, het te kunnen zeggen dat Hij is en wie Hij is, dat is een gegeven, een gave van God de Vader. Ons vlees en bloed hebben ons dat niet meegebracht, en ze hebben ons dat ook niet bijgebracht.

2. De kerk gebouwd op de belijdenis

Ten tweede: op de belijdenis “Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God” zegt Christus toe Zijn gemeente te bouwen. Dit woord is niet alleen een positionele en karakteriserende uitspraak, maar ook een belofte. De belijdenis van Christus als de Zoon van God —door Petrus ingezet en door de kerk overgenomen— biedt de garantie dat de kerk dáár zal zijn. En waar die belijdenis een levende band vormt met Hem, zal die gemeente ook worden voortgebouwd.

3. Tegenstand, maar geen ondergang

Het derde dat over Jezus’ toezegging te zeggen is, is dit: als de poorten der hel de gemeente niet zullen overweldigen, dan bewijst dat dat de kerk niet geringe machten tegenover zich zal vinden — machten die voor geen geweld terugdeinzen. Poorten, afgebouwde poorten — en wie zal zeggen hoe velen — staan tegenover een fundament met een in aanbouw zijnd huis. Maar de overweldigende aanval zal niet slagen.

Luister deze blog als podcast

Lees verder over dit onderwerp

Zending volgens Voetius

Zending volgens Voetius

Gisbertus Voetius (1589-1676) stond bekend als helluo librorum, een boekenverslinder. Zijn onderwijs en disputaties...