Kooltjes dienen bij elkaar te liggen, om te blijven gloeien. Zo is het ook met gemeenteleden. Ds. A.A.F. van de Weg benadrukt in zijn boek ‘Daarom ga ik naar de kerk’ het belang van gemeentezijn voor Gods aangezicht.
Gemeentezijn
Dat gemeentezijn meer is dan het luisteren van een preek, is helder. We zijn door de Heere in een gemeenschap geplaatst. We staan in een eeuwenlange traditie van samen opgaan naar Gods huis, met de inwoners van het dorp of de stad waar je woont. De Heere brengt samen onder de verkondiging van Zijn Woord. Waarbij je elkaar in de week erna in allerlei omstandigheden weer tegen kunt komen, in het dagelijks leven. Je bent aan elkaar gegeven, door de Heere. Elkaar tot hand en voet. Als het Woord niet bindt, is er niets wat werkelijke verbinding geeft.
Nu kerkgang begrensd is, stellen we ons via digitale toegang in verbinding. Maar dan toch samen met de gemeente waarin de Heere je plaatste. De preek is geen take-away op basis van eigen voorkeur, maar de stem van de levende God tot de gemeente hier ter plaatse.
Stroombreker
Ds. A.A.F. van de Weg schreef een aansprekend boekje waarin hij met name voor de opkomende generatie dertigers een handreiking biedt voor kerkbezoek. Hij benadrukt daarbij de zondag als rustdag. Zoals ook de Heere Zelf na de schepping van ophouden wist. Van de Weg: ‘Je zou de rustdag in dat opzicht kunnen vergelijken met een strekdam. Een strekdam is een dam in een rivier die in de strekking, in de richting van de stroom is aangelegd. De stroom van de tijd wordt gebroken door de rustdag die God heeft ingesteld.’ De Heere heiligde en zegende deze dag.
We hebben volgens de predikant pas dragende grond onder onze voeten, als we buiten onszelf rust vinden in het volbrachte werk van Christus. De kerkdienst herinnert ons daar voortdurend aan.
Lichaam
De gemeente functioneert volgens ds. A.A.F. van de Weg als een lichaam. Hoewel hij dankbaar is voor de huidige digitale oplossingen gedurende coronatijd, kan dit thuiskijken volgens hem niet de “nieuwe normaal” voor de toekomst worden. Van de Weg: ‘In de kerk ontmoeten wij God én de ander die wij niet uitkiezen; delen wij lief en leed, de lusten en de lasten van de kerk. Wie zich voegt in het geheel, decentraliseert zichzelf. In de niet weg te zappen onvolmaakte realiteit van de gemeenschap vindt vorming van Godswege plaats. Dan blijkt de kerk een oefening in zelfverloochening te zijn.’ We hebben volgens Van de Weg de schurende werkelijkheid van de plaatselijke gemeenschap nodig. Samenkomen is volgens hem wezenlijk voor het christen-zijn. Dit blijkt onder andere in Handelingen 11.
Voor Gods aangezicht
We komen als gemeente samen voor het aangezicht van God. Ds. Van de Weg herinnert eraan dat de kerkdienst vroeger een ‘godsdienstoefening’ werd genoemd. Het is dus geen gebeuren dat over je heen komt, je bent erin en erop betrokken. Van de Weg: ‘Dat je niet meer fier overeind staat, maar klein wordt, omdat God zo groot is.’ We staan volgens de predikant op heilige grond en hij stelt dat het levensgevaarlijk is om daar niet mee te rekenen (Lev. 10: 1-3). Tegelijkertijd is het voorbereiding op de dag waarop verlosten de Heere voor eeuwig mogen loven (Ps. 100: 2).
Gezin
Het is overal wel eens wat, zo stellen we als het gaat om het samenleven in een gezin. Dat geldt ook voor de gemeente. Paulus schreef aan de gemeente van Korinthe een brief die de weerbarstigheid van de zonde aan het licht brengt. Van de Weg: ‘Er is geruzie, er zijn zonden die getolereerd worden, er is sprake van een ongeestelijke houding. Toch is juist die concrete, weerbarstige gemeente de oefenplaats om van genade te leren leven. (…) Van genade leren leven wordt heel concreet, wanneer ik het, voor mijn gevoel, moet uithouden met anderen.’ Overigens opvallend; Paulus spreekt de gemeente van Korinthe aan met ‘broeders en zusters’. Als we tot Christus komen, dan ook tot elkaar.
Gedachten
In een werkelijkheid waarin wij voor vrijwel alles kunnen kiezen, worden we in de christelijke gemeente aan elkaar gegeven. Ds. A.A.F. van de Weg breekt met zijn boekje een lans voor trouwe kerkgang en actieve deelname aan de gemeenschap. De Heere roept ons samen en komt ons tegen onder de verkondiging. Waarbij we gevoed worden met eeuwigheidsernst. Om het met Jonathan Edwards te zeggen: ‘Lord, stamp eternity on my eyeballs’, ‘Heere, stempel eeuwigheid in mijn ogen.’ We leven immers niet voor onszelf, maar voor het aangezicht van God.
Leestip: Daarom gaan we naar de kerk, ds. A.A.F. van de Weg (Uitgeverij Groen, 2021).