Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Luister de podcast

dinsdag 15 augustus

Bevinding en de prediking volgens dr. A. van Brummelen (3)

‘Men zij steeds op zijn hoede om eenzijdigheid naar de kant van het voorwerpelijke of het onderwerpelijke te vermijden. Het voorwerpelijke is de grond der zaligheid. Het onderwerpelijke is er de uitwerking van in het mensenhart.’ Aldus dr. A. van Brummelen (1928-1999) als hij de balans opmaakt nadat hij eerst heeft uitgelegd wat het verschil is tussen meer voorwerpelijke en meer onderwerpelijke prediking. 

Voorwerpelijk en onderwerpelijk

‘Hieruit volgt, dat de prediker eerst voorwerpelijk de waarheid moet voorstellen om aan de gemeente vaste grond onder de voeten te geven. Maar daarnaast, o liever, daardoor heen moet de bevindelijke toe-eigening lopen. Er is een zaligheid voor de mens. Er is ook een zaligheid in de mens. Beide waarheden moeten in evenwicht zijn. Het àl te voorwerpelijke geeft licht een metaalharde klank in de prediking. Het al te onderwerpelijke leert de grond der zaligheid in de wisselende bevindingen te zoeken en schuift de mens vóór Christus. De balans mag niet doorslaan. 

Maar- nemen wij waar dat er heden ten dage in vele gemeenten een diepe onkunde heerst, om niet te zeggen een grote geesteloosheid, dan menen wij niet over de schreef te gaan wanneer wij van oordeel zijn, dat er op dit moment in de prediking wel eens wat meer plaats aan het onderwerpelijke kan worden gegeven. En dat temeer, waar wij toch dikwijls constateren dat diep in het midden der gemeente een voorwerpelijke prediking alléén wel verheft, maar de behoefte van de ziel niet bevredigt. Een mens is nu eenmaal zo aangelegd, dat hij het eerst aan zijn eigen ziel denkt. Wij weten wel, het moet zo niet zijn, hij moest het eerst aan God en diens eer denken, evenals Christus in het Onze Vader Gods zaak voorop stelt en dan pas tot de noden van de mensen komt. Maar zo hoog staan wij echter maar zelden. 

Hart

Daarom hebben wij nodig, dat de prediking bevindelijk is en zich ook bezig houdt met het raadselachtige hart, dat nauw is in zichzelf, maar zo ruim als de hemel wordt, wanneer Christus er binnenkomt, met Zijn genade en vrede. Wat vertroostend is het dan om in de prediking te horen, hoe God het hart vertedert, beschaamd en verlegen maakt; om te horen hoe God aan schuld ontdekt, de vrijmoedigheid van het geloof schenkt om tot Christus te vluchten. Groot is ook de zegen als wij horen hoe de Geest alle twijfel wegvaagt, een valse bekommernis wegneemt en vreugde geeft aan een benauwde geest. Wij herhalen het; het onderwerpelijke mag in de prediking niet overwoekeren, maar evenmin daarin verschrompelen. Op deze wijze kan aan een stil verlangen van de gemeente recht worden gedaan. 

Het is misschien goed in dit verband eens te letten op een oude raad van wijlen J. van Andel. Deze diep bijbelse theoloog, Schriftkenner bij uitstek en pastor als weinigen, schreef in zijn boek ‘Vademecum pastorale de volgende wenk (2, 57): ‘Bevindelijk is nog iets anders dan toepasselijk. Toepasselijk preekt men als men, na uitlegging of inleiding van de tekst, aan de gemeente de vermaningen of vertroostingen toedient, die in deze tekst gelegen zijn’. Van Andel betoogt dan dat de toepassing een onmisbaar onderdeel van de preek is. Wie op de kansel de tekst alleen maar uitlegt, doet niet meer dan exegese bedrijven. Zulk een prediker is meer professor. Neen, ‘eerst dan is een preek bevindelijk, als zij handelt over wat in het hart der gelovigen omgaat’. In de kortheid van deze formulering schuilt het gevaar van misverstand – dat zij toegegeven. Maar aan de andere zijde is deze definitie raak en doeltreffend. Zij komt precies overeen met wat hierboven in den brede werd omschreven aangaande de onderwerpelijke prediking. 

Het leek ons goed de figuur van Van Andel eens aan de vergetelheid te ontrukken. Juist vooral om zijn kernachtige aanduiding, maar niet minder ook om zijn gedachten, die voor ons een leidraad zijn geweest aangaande het terrein der bevinding.’

Tot zover dit drieluik over voorwerpelijke en onderwerpelijke prediking. Uiteraard is hier meer over te zeggen en dat heeft dr. A. van Brummelen dan ook gedaan. Graag verwijs ik hiervoor naar het verzameld werk van dr. A. van Brummelen dat onder redactie van ds. J.A. Kloosterman, ds. A. Kos, ds. A.A.F. van de Weg en ondergetekende werd uitgegeven bij uitgeverij De Banier, onder de titel: ‘Stilte van het hart’. 

Luister deze blog als podcast

Lees verder over dit onderwerp

Als ik maar weet

Als ik maar weet, dat hier mijn weg, Door U, Heer, wordt bereid; En dat die weg, hoe moeilijk ook,Mij nader tot U...

Leven met verlies

We lijden verliezen aan het leven en aan de dood. Job leed verlies op verlies. Hij verloor zijn bezit, status en...

Een vrouw van Tyrus en Sidon

Een vrouw van Tyrus en SidonKwam schreiend tot Jezus gevlucht.Zij riep: „Zone Davids! ontferm UEn hoor mijn gekerm en...