Prediking richt zich op hoofd en hart. Er wordt kennis aangereikt, maar ook leiding gegeven aan het geestelijk leven. Dr. A. van Brummelen (1928-1999) schreef decennia geleden een brochure over ‘de bevinding in de prediking’. In enkele afleveringen geef ik een aantal kerngedeelten daarvan door. Allereerst wil ik beginnen met een drieluik. Met als eerste ‘voorwerpelijke prediking’, als tweede ‘onderwerpelijke prediking’ en als derde de visie van dr. A. van Brummelen op het juiste evenwicht tussen deze twee. Ten onrechte wordt soms de suggestie gewekt dat het ofwel voorwerpelijk, ofwel onderwerpelijk zou moeten zijn. Beide benaderingen hebben hun waarde. In deze aflevering dus het eerste deel: voorwerpelijke prediking.
Typen prediking
Dr. A. van Brummelen: ‘Het zal er nu om moeten gaan de plaats van de bevinding in de prediking nader te bepalen. Daartoe is het nodig vooraf een uiteenzetting te geven van twee meest voorkomende typen van prediking. Wij bedoelen de zogenaamde voorwerpelijke en de onderwerpelijke prediking. Deze aanduiding wordt weinig meer vernomen, maar het is goed deze voor ons doel te gebruiken, omdat hij doeltreffend aangeeft de zaak waarom het gaat.
Voorwerpelijk
De voorwerpelijke prediking legt het accent op datgene wat Christus voor de zondaar gedaan heeft. Het innerlijk leven van de mens komt eerst in de tweede plaats. Dus maken predikers van de eerste snit veel werk van de uitlegging van de tekst. Zij willen het Woord laten spreken. Zij pogen de tekst in de juiste samenhang te verstaan. Wat gaat er aan vooraf? Wat volgt er op? Wat heeft dit verband en daarin het tekstwoord ons te zeggen? Zo alleen is natuurlijk na te gaan wat het Woord met de behandelde uitspraak bedoelt. En daarop komt het meer aan dan op wat de prediker ons zelf uit zijn geheiligd bewustzijn te zeggen heeft. Eerbied voor Gods Woord stelt aan elke voorganger de eis om zonder geleerde omhaal de zin van het Woord uit te leggen. Dan pas kan in volle ernst het Woord Gods op het geweten van de gemeente worden gelegd. Is de zin van de tekst na inspannend onderzoek gevonden, dan wordt de door de tekst gegeven waarheid op haar plaats gezet. Elke waarheid heeft in de christelijke kerk haar plaats. Het leerstellig element van de prediking komt zo tot zijn recht.
Balken in een huis
De gemeente moet voelen, dat de preek gedragen wordt door een dogmatische overtuiging. Het is niet steeds noodzakelijk om het dogma, dat aan de preek ten grondslag ligt, breedvoerig te bespreken en het eens duidelijk aan de gemeente te laten zien. De dogmatiek is te vergelijken bij de binten en de balken, die het huis samenhouden. Natuurlijk wordt dit gebint niet bij elke gelegenheid blootgelegd. Het is bestemd om soliditeit aan de bouw te geven.
Gods eer en daden
De voorwerpelijke prediking heeft dit kenmerk, dat de grote daden Gods en het machtige werk van Christus er bij in het middelpunt staan. Er moet toch niet vergeten worden, dat de Heilige Schrift als hoofddeel van het verlossingswerk stelt: niet allereerst de zaligheid van onze persoonlijke ziel, al is dat ook van zeer, zeer grote betekenis, maar de verheerlijking van Gods Naam op de ganse aarde. Ondanks de zonde zal toch eenmaal de Heere weer Zijn doel met de aarde bereiken. Hij zal weer de volle eer ontvangen. Dit geschiedt voor een groot deel buiten ons en draagt een voorwerpelijk karakter. In de prediking mag het voorwerpelijk element dus geenszins ontbreken. Wie alleen belangstelt in de redding van de menselijke ziel en daarom eenzijdig het innerlijk leven op de voorgrond stelt door een louter onderwerpelijke prediking, buigt af van de gereformeerde lijn, die heenwijst naar de ere Gods.’
Dit is deel 1, morgen volgt aflevering 2 over onderwerpelijke prediking. Volgende week volgt aflevering 3 waarin Van Brummelen poogt om hierbij evenwicht aan te brengen. Want het een noch het ander kan ontbreken.