Mocht je denken iemand te zijn die tot risico’s bereid is, verdiep je dan in de wereld van de puriteinen. Richard Mather en vele duizenden anderen maakten in het begin van de zeventiende eeuw de oversteek naar Amerika. Een spannende reis naar de vrijheid. Â
Preken
Meer dan vijftig jaar lang preekte Richard Mather (1596-1669) elke zondag. Hij miste niet één keer. Tijdens de eerste jaren van zijn bediening preekte hij vooral over de boeken Samuël, Jesaja en de brieven van Paulus. Zoals veel van zijn puriteinse tijdgenoten. Daarbij waren er twee aandachtspunten. Mather zag allerlei verbindingen tussen Israël en het volk waar hij zelf onderdeel van uitmaakte. Het niet onderhouden van Gods geboden zou gevolgen hebben. Daarnaast trok hij vanuit Paulus’ brieven lessen ten aanzien van persoonlijk geloof, bekering en de levensheiliging. Hij preekte methodisch door deze geschriften heen.
Nieuw Engeland
Mather hield zich niet in alles aan de voorschriften aan de kerk. De aandacht voor gewaden en rituelen kon hij niet meemaken. Dat bracht hem in de problemen, toen bisschop Laud in 1630 een leidende positie kreeg in de kerk. Hij moest zich conformeren aan de regels, of hij zou zijn bediening verliezen. Hij week uit naar Nieuw Engeland, Amerika. Samen met zijn vrouw en kinderen voer hij in 1635 met de James, de oceaan over richting de nieuwe wereld. Dankzij het meenemen van eigen voorraden konden de reizigers ontsnappen aan het scheepsdieet van zoute vis. Het gezin kwam veilig aan de overkant aan.
Storm
Hoewel men onderweg dolfijnen spotte en de slacht van een bruinvis meemaakte, was de het geen plezierreis. Op zaterdag 15 augustus dreigde de reis in het zicht van de haven op een catastrofe uit te lopen. Een oostenwind dreef het schip voort. Twee ankers die werden uitgeworpen hielden het niet, een ander anker moest gekapt worden wilde het schip niet ondergaan. Men hees de zeilen, om weer op open zee te geraken. De wind vernielde echter de zeilen ‘alsof het verrotte lompen waren’. Het schip dreigde op een grote rots te belanden, wat onvermijdelijk tot een schipbreuk zou leiden. Wat nu?
Gebed
De opvarenden van de James riepen tot God. Mather: ‘Toen deze ontzetting en verbijstering over ons gekomen was, riepen wij tot de Heere en het behaagde Hem medelijden met ons te hebben. Want door Zijn alleen regerende Voorzienigheid en Zijn goede hand, geleidde Hij het schip langs de rots en deed Hij de onstuimigheid van de zee afnemen en de wind bedaren. Het was een dag om veel en steeds weer in herinnering te houden, omdat op die dag de Heere het ons vergunde, zo’n wonderlijke verlossing mee te maken als waarvan ik denk dat niemand ooit ondervond.’
Bevestiging
Voor Mather gingen de herinneringen aan deze storm samen met de bijzondere bemoediging die hij toen kreeg. Hij wist zich in Gods hand en was bereid om zijn leven te geven. Tegelijkertijd werd het voor hem juist toen heel helder dat de Heere hem riep voor een bediening in Nieuw Engeland. Als de Heere hem deze keer zou beveiligen voor de dood, dan zou Hij dat ook in de toekomst doen. ‘En in enig opzicht – de Naam van de Heere zij ervoor geloofd – gaf Hij onze harten overgave en bereidheid, dat Hij met ons mocht handelen, zoals Hij met ons handelen wilde, zoals het meest mocht zijn tot eer van Zijn Naam. Daar rustten we in. Toen echter het nieuws in het ruim van het schip gebracht werd dat het gevaar geweken was, o, hoe smolten onze harten in ons. Wij barstten uit in tranen van vreugde en van liefde onder die genadevolle God. En in bewondering voor Zijn vriendelijkheid, door aan Zijn dienstknecht, Zijn arme dienstknecht, zo’n buitengewone en wonderlijke verlossing te schenken. Dat Hij ons daartoe verwaardigde! Zijn heilige Naam zij geprezen’. De Heere vernieuwde de roeping, Mather wist heel zeker in Amerika te moeten zijn.
Op 17 augustus 1635 ging het schip met de Mathers voor anker voor de kust van Massachusetts, Amerika.
Leestips:Â
- The Mathers, Robert Middlekauff (University of California Press, 1999).
- Thomas Shepard – Â zijn leven, tijd vrienden en werk, B. Florijn (Den Hertog, 1987).