Als kind kreeg je soms zomaar iets toegestopt. Wat kon je er verguld mee zijn. Onverwachts, zoiets moois. Wellicht moeten we elkaar als volwassenen soms ook wat toestoppen. Met woorden. Iets moois.
Woorden
Met woorden kun je schade aanbrengen, maar ook helend spreken. De één is snel en vlot met woorden, bij een ander heb je aan een half woord genoeg. We zijn daarin als mensen verschillend.
Niet bij iedereen lopen de tranen langs de buitenkant van de wangen. Sommigen beleven emoties meer vanbinnen. Denk niet dat iemand met weinig uiterlijke emoties een minder rijk gevoelsleven heeft dan iemand die dit uit. Bij sommigen traant het vanbinnen, in de stilte.
Gedicht
Rondom de geboorte van onze jongste kregen we hulp van een kraamverzorgster met veel jaren ervaring. Een moederkloek, die zelf al genoeg kleinkinderen heeft om in een elftal met reservespelers te voorzien. Voor mijn vrouw en ik was dat in de afgelopen dagen een zegen. Het maakt de kraamdagen wel zo ontspannen, als de zorg in goede handen is.
Zij stopte mij gisterenmorgen wat toe. Zomaar. En ik was er verguld mee, zoals ik dat vroeger als kind kon zijn. Het betrof een kaartje met een vertaald gedicht van William Cowper (1731-1800). Ik las het eerder al eens in het Engels, maar soms is het fijn om het in je môerstaal te lezen. Zeker wanneer de vertaling geslaagd is.
Op het moment dat ik dit gedichtje kreeg, vond ik het vooral mooi. Meer niet. Nu ik het opnieuw lees, bemoedigt het mij bijzonder. Zo gaat dat; soms krijg je een woord op Zijn tijd.
Gods planÂ
Hoe God Zijn plan gestalte geeft,
Deelt Hij geen schepsel mee.
Die wolken als Zijn wagen heeft,Â
Zijn weg is in de zee.Â
God heeft een grondeloze mijn
Van kennis die niet faalt.Â
Hij is het Zelf, die soeverein
En wijs het doel bepaalt.Â
Angstvallig hart, heb goede moed,
De wolken die je vreest,
Zijn vol van zegen, mild en goed
Voor hoofd en hart en geest.Â
Vertrouw op Gods barmhartigheid;
Verwerp die niet in trots.
In duistere voorzienigheid
Schuilt toch de glimlach Gods.Â
Gods plannen rijpen in de tijd,
Tot vruchten gaaf en goed.
Al is de knop vol bitterheid,
De bloem is zeker zoet.Â
Het ongeloof gaat tastend voort,
Heeft op Gods doen geen zicht.
Hijzelf spreekt het verlossend woord
En plaatst Zijn werk in ’t licht.Â
William CowperÂ
(Joh. 13: 7b)