Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Luister de podcast

woensdag 10 april

Dienstbaar aan de wereldkerk (2)

Nadat in de negentiende eeuw het zendingswerk onstuimig groeide, zagen we in de twintigste eeuw hoe dit vrucht droeg op alle continenten. De zendingsverhalen waar velen van ons mee opgroeiden, toonden ons de levenwekkende kracht van het Evangelie. Velen kwamen vanuit het heidendom tot geloof in de Heere Jezus Christus. 

Eén van mijn voorgangers in de gemeente van Sint Annaland is ds. D.J. van Dijk. Hij overleed in 1987 op 89-jarige leeftijd. Jarenlang schreef hij in het zendingsblad ‘Alle volken’ over ontwikkelingen ten aanzien van het zendingswerk dat door de Gereformeerde Zendingsbond werd verricht. Zelf diende hij vele jaren in Toradjaland (Indonesië) als zendeling. Eens doopte Van Dijk meer dan 300 mensen op één dag. Dit zijn aantallen die ons bevattingsvermogen haast te boven gaan. Een kerk vol.

Meer dan eens is mij de gedachte bekropen: moeten we nog wel zending bedrijven? Is Nederland niet zelf een zendingsland? Dat laatste is zondermeer waar. De velden zijn wit om te oogsten en de arbeiders zijn weinig. Toch ligt er nog wel degelijk een opdracht voor het bedrijven van zending in de wereld. 

Als bestuurslid van NET Foundation maakte ik in de afgelopen jaren kennis met het werk van Bijbelscholen op diverse continenten. Indrukwekkend om de verslagen terug te lezen van werkers in de wijngaard van de wereldkerk. De toegevoegde waarde van de Westerse kerk werd mij daarbij al helderder. 

Toerusting en vorming

Waar veel voorgangers in de wereldkerk nauwelijks opleiding kregen, mag de Westerse kerk delen van de rijke erfenis waar zij uit kan putten. We zijn als theologen in Nederland breed gevormd. Een predikant in Nederland is gewend om te putten uit een brede bibliotheek. Geregeld verzuchten we als predikanten tegen elkaar: ‘Het leven is te kort om alles te lezen dat ik heb staan’. Wie structureel studeert, doet gaandeweg een schat aan kennis op die verkruimeld wordt in pastoraat, prediking en onderwijsgevende taken. De vreugde van studie in de stilte, is dat het vruchtbaar wordt op de terreinen van het leven waar we mogen dienen en zaaien. 

Vanuit deze schat mag gedeeld en gezaaid worden in Nederland. De blik mag echter verder gaan. De wereldwijde kerk is verlegen om Bijbels, gereformeerd onderwijs. Terwijl allerlei dwalingen hun spoor trekken, dienen voorgangers die de Schrift trouw blijven hun onderwijs vruchtbaar te maken voor de wereldkerk. Dit vereist uitzendingen, waardoor medebroeders in de wereldkerk meer ontdekken van de rijkdom van de Schrift. 

Ik hoorde van voorgangers in Afrika die reeds geholpen waren met een kinderbijbel, om focus aan te brengen bij de boodschap van hun preek. Hoeveel te meer zouden voorgangers in verafgelegen streken geholpen zijn als zij leerden putten uit de schatten van de traditie van de eeuwen. Dit vraagt om een periode van gezamenlijk optrekken en samen leren. Waarbij zowel de ontvanger als de gezondene, zich samen opstellen als leerling van de Schrift. Opleiding en vorming van voorgangers dient een belangrijk focuspunt te zijn bij onze zendingstaak in de wereld. Zodat het onderwijs dat gedeeld wordt, stem krijgt in de lokale taal, door voorgangers die de boodschap delen met hun eigen volksgenoten. 

Zendingswerk krijgt gestalte in Woord en daad, spreken en dienen. Missioloog Leslie Newbigin (1909-1998) omschreef dit als volgt: ‘Christelijke zending is door het hele leven gestalte geven, voor de hele wereld, dat Jezus Heere is over allen.’

Zending vandaag

In de afgelopen periode las ik het boek Encountering Theology of Mission van dr. Craig Ott en dr. Stephen J. Strauss. Twee mannen die een spoor van ervaring trokken, als het gaat om zendingswerk, op diverse continenten. Naast het vele goede wat ik hierin aantrof, raakte mij een enkele zin diep: ‘Wij zijn geroepen om dezelfde houding van dienstbaarheid en nederigheid aan te nemen, die getoond werd door Christus, Die afstand deed van Zijn bevoorrechte positie en de gestalte aannam van een dienaar (Fil. 2: 5-8).’ Laat dit onze houding zijn, dienstbaar aan de wereldkerk. 

Luister deze blog als podcast

Lees verder over dit onderwerp

Advent: Hoe zal ik U ontvangen?

Hoe zal ik U ontvangen,hoe wilt Gij zijn ontmoet,der wereld hoogst verlangen,des harten heiligst goed?Wil zelf Uw...