Als iemand opnieuw geboren wordt en tot geloof en bekering komt, heeft dit gevolgen voor heel zijn of haar leven. Op basis van de Johannes-brief geeft William Perkins (1558-1602) een aantal kenmerken mee die christenen in een bepaalde mate bij zichzelf kunnen herkennen.
- Oprechtheid in leven en godsdienst is een kenmerk van gemeenschap met God (1 Joh. 1: 7).
- Ootmoedige belijdenis van de zonde voor God is een kenmerk van de vergeving van de zonde (1 Joh 1: 9).
- Genoegen in God, in Zijn genade is een kenmerk van zaligmakend geloof. (1 Joh. 2: 13).
- Wegvluchten van de wereldse lusten is een kenmerk van liefde voor Christus (1 Joh. 2: 16).
- Gods Geest die inwoont in het hart, is een kenmerk van volharding (1 Joh. 2: 20).
- Volharding in de kennis en de gehoorzaamheid aan het Evangelie zijn kenmerken van gemeenschap met Christus (1 Joh. 2: 25).
- Reiniging van zichzelf is een kenmerk van aanneming (1 Joh. 3: 3).
- Het liefhebben van een christen omdat hij een godzalig persoon is, is een kenmerk van Gods kind te zijn. (1 Joh. 3: 14).
- Mededogen dat het hart beroert is een kenmerk van liefde (1 Joh. 3: 17).
- Werken van barmhartigheid zijn een kenmerk van liefde (1 Joh. 3: 18).
- Vrijmoedigheid in het gebed is een teken van vrede in het geweten (1 Joh. 3: 20).
- Heiligend werk van Gods Geest is een kenmerk van gemeenschap met God (1 Joh. 3: 24).
- Op God te lijken in de heiligheid van het leven is een kenmerk van Zijn liefde voor ons in het bijzonder (1 Joh. 4: 17).
- Onze liefde tot God is een teken dat Hij ons liefheeft (1 Joh. 4: 17).
Bron: Perkins, Works, 1: 423-8).