Een dominee is dienaar van het Woord. Hij wordt door de gemeente vrijgesteld om de Bijbel te bestuderen en te dienen in de pastorale zorg. Zodat hij op zondag aan de kudde passend voedsel mag uitdelen.
Levenslang
Als een dominee van de opleiding afkomt, mag hij zich theoloog noemen. Een godgeleerde. Dit betekent niet dat hij nu is uitgeleerd, integendeel. Een pas afgestudeerde dominee is zich vooral bewust van wat hij nog niet weet. Het opdoen van kennis betekent immers altijd weer de confrontatie met onze beperktheid van weten. Een dienaar van het Woord dient daarom levenslang een leerling van het Woord te zijn. Door de omgang met de Heere, levenservaring en studie heen, wordt hij verder gevormd. Als klei in de hand van de pottenbakker, die weet wat Hem voor ogen staat. Om zo al meer het beeld van Christus gelijkvormig te worden, met vallen en opstaan.
Studie
De bekende theoloog Arnold Albert van Ruler (1908-1970) benadrukt het belang van studie voor predikanten. Hij vergelijkt dit met het werk van een timmerman. ‘Als de timmerman, die op de ambachtsschool is geweest, zijn instrumentenbak nooit meer aanraakt, verleert hij op den duur, wat hij geleerd heeft. Zo is het ook met de dominee. Hij heeft op het gymnasium en aan de universiteit niet eenmaal eens voor goed alles geleerd, wat hij voor zijn ambtswerk nodig heeft. Hij moet er mee aan de gang blijven. Daarom is de studie in de pastorie niet een recht, maar een plicht van de dominee. Het is de gemeente die er recht op heeft, dat haar dominee studeert. Dan alleen kan hij Gods Woord verkondigen en leiding geven aan het leven van de gemeente en het werk van de Kerk in de wereld van nu.
We moeten van de theologische studie natuurlijk niet alles verwachten. Een dominee moet niet alleen een godgeleerde zijn. Veel belangrijker is, dat hij een van God geleerde is: hij moet een levend mens zijn, een vroom hart hebben, kennis hebben aan de dingen van Gods Koninkrijk en met het menselijk leven van de gemeenteleden kunnen meeleven. Niet de professoren van de universiteit, maar de Heilige Geest moet het doen!
Maar wee de Kerk, die hiervan een tegenstelling maakt! Ook de theologische studie is een instrument in de handen van God en de Heilige Geest. Daarom hebben wij haar ook ten volle in ere te houden.
De kerkenraad moet er voor zorgen, dat de dominee wat tijd en rust heeft voor de studie (en voor de omgang met God). De kerkvoogdij moet er voor zorgen dat de dominee de zo broodnodige en zo peperdure boeken kan kopen. En de gemeente moet een beetje belangstelling hebben voor de resultaten van de studie. In wezen is elk gemeentelid ook theoloog, met de dominee mee.’
Verder lezen? Zie: Van Ruler, verzameld werk, deel 1.