Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Luister de podcast

woensdag 19 oktober

Dr. A. van Brummelen over het missen van de eerste liefde (2)

‘Wij hoeven tegenover zo’n levensbiecht werkelijk niet zonder woorden te staan.’ Dr. A. van Brummelen (1928-1999) sprak met een oude man over het missen van de eerste liefde. Hij geeft pastorale aanwijzingen. 

Kennis

Gevoelens kunnen op en neergaan. Wat ons gisteren vervulde, dat kunnen we vandaag niet herbeleven. Zo is het ook in de omgang met de Heere. Het geloof rust daarom niet op gevoelens, maar op het Woord. Dr. van Brummelen legt uit dat hij in het pastoraat met mensen om wil gaan zoals Jezus met de Emmaüsgangers. Een woord van vermaan, een woord van vertroosting. Het tweede volgt op het eerste. 

Over de oude man die de eerste liefde mistte, zegt Van Brummelen: ‘Het zou zeker wel kunnen zijn, dat meer dan gewone teerheid van gemoedsleven zo deed klagen. Ook is de ware liefde steeds ontevreden over zichzelf. In vele gevallen evenwel is er reden tot klagen. Dan vooral, wanneer er oorzaken voor de verflauwing van de liefde aanwezig zijn. Zulke oorzaken kunnen er ook zijn. 

Weet u, wat één van de voornaamste oorzaken is? Gebrek aan ijver om in de kennis van Christus te groeien. Niet zonder oorzaak bidt Paulus voor de gelovigen, dat zij genade mogen ontvangen om de liefde van Christus te bekennen, die de kennis te boven gaat, opdat zij vervuld worden tot al de volheid Gods. Met die kennis moeten zij al meer vervuld worden, om tot de door God gestelde vervulling te komen. Kennis, echte zuivere kennis wekt liefde op. Wie maar ,,kleine letterkennis” heeft, is doorgaans zeer gebrekkig en onvast in de liefde. 

Wanneer de Heere hen eens buitengewoon en gevoelig komt bezoeken, dan gaat het wel, maar als die gevoeligheden ophouden, dan wordt direct de liefde verflauwd. Wie daarentegen Jezus uit het Woord hebben leren kennen, hebben meerdere bekwaamheid om Jezus van dichtbij te beschouwen en hun liefde aan Hem te schenken. Hun liefde is vaster, gedegener, ook dan wanneer die liefdevolle ontmoetingen niet meer zo gevoelig zijn. Het gevoel wordt, met andere woorden, verdiept in grondige kennis. Vele mensen staan aldoor naar het gevoel, maar opgroeien in Christus verlangt Hem helderder te kennen ook met het verstand. Een eenvoudige catechismusverklaring kan daartoe heel goed dienen. 

Tweeslachtigheid 

Achter de klacht over de flauwheid van de liefde tot Christus kan ook een werkelijke achteruitgang in de genade verborgen zijn. Het leven van de christenen ziet er vaak zo tweeslachtig uit. Ze leven zo vaak twee levens. ’s Zondags in de kerk en in hun verkeer met gemeenteleden is alles positief en meelevend. Maar in hun contact met anderen en op hun werk zijn het soms heel andere mensen. Dan ken je hen soms niet meer terug en vraag je jezelf verbaasd af: zijn dat dezelfde mensen? Zijn dat christenen? Dan leiden ze gewoon een dubbelleven in twee werelden, die niets met elkaar te maken hebben. 

Die tweeslachtigheid knaagt aan ons allemaal. Ze zuigt de oprechtheid in ons weg en verdonkert het genadeleven. Wanneer wij onze liefde tussen Christus en de dingen van de aarde verdelen, Hem niet ernstig genoeg zoeken, door grove zonden Zijn Geest bedroeven, ons voor Hem schamen tegenover de wereld, dan is het niet vreemd, dat onze liefde tot Hem ons een probleem wordt. De Heere trekt zich dan Zelf van ons terug. De Geest verlicht onze ogen niet meer om Christus’ heerlijkheid en liefelijkheid te zien, zodat het vuur van onze liefde geen brandstof meer krijgt en gevaar loopt om uitgedoofd te worden. Een zo flauw geworden liefde geeft geen stof tot verzekering van onze staat meer. Alleen dan geeft de liefde stof aan de hoop, wanneer ze zich openbaart in gehoorzaamheid. Jezus heeft eens gezegd: zo iemand Mij liefheeft, die zal Mijn Woord bewaren. Daaraan vooraf lezen wij: Die Mijn geboden heeft en ze bewaart, die is het die Mij liefheeft. Het liefhebben van Jezus wordt dus zichtbaar in het bewaren van zijn geboden. Een liefde, die haar voorwerp niet zoekt te behagen, is geen liefde. Maar hoe kan men God behagen anders dan door kinderlijke gehoorzaamheid? 

Dit is deel 2, in een volgend deel geeft dr. A. van Brummelen raad over het houden van Gods geboden en laat hij zien hoe er verbinding ontstond met de oudere man tijdens de ontmoeting die zij hadden. Vanwege een gedeeld verlangen, namelijk Christus alleen over te houden. Bron: Een goed fundament: pastorale vingerwijzingen. 

Luister deze blog als podcast

Lees verder over dit onderwerp

Sta op en strijd de goede strijd

Staat op en strijdt de goede strijdtot al wat God u vraagt, bereid,Hij is uw kracht, Hij is uw recht;Hij heeft de...

Dienstbaar aan de wereldkerk (2)

Nadat in de negentiende eeuw het zendingswerk onstuimig groeide, zagen we in de twintigste eeuw hoe dit vrucht droeg...

Dienstbaar aan de wereldkerk (1)

‘Er is geen persoon, samenleving, land, of gebied dat buiten de autoriteit van Christus valt.’ Deze opvatting staat...