Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Luister de podcast

dinsdag 25 oktober

Dr. A. van Brummelen over het missen van de eerste liefde (3)

In het pastoraat ontmoette dr. A. van Brummelen een oude man die de eerste liefde miste in zijn leven. Na aandacht te geven aan op- en neergaande gevoelens, wijst Van Brummelen op het houden van Gods geboden. Als liefdedienst. 

Gehoorzaamheid 

Dr. van Brummelen (1928-1999) legt uit dat gehoorzaamheid te maken heeft met een gebod. Het is immers opdracht, niet vrijblijvend. ‘Liefde valt niet altijd met gehoorzaamheid samen – ouders hebben hun kinderen lief, maar zijn hun niet gehoorzaam, terwijl het omgekeerde wel zo is. Onze liefde geeft wel verlangen en kracht tot gehoorzaamheid, maar vervangt haar niet. 

De Wet vergenoegt zich dan ook niet met ons liefde te gebieden; het gebod van de liefde tot God is wel dat, waaraan al de geboden hangen, maar dit juist veronderstelt, dat er meer geboden zijn. De liefde zoekt deze geboden dan ook op, neemt ze ter harte, heeft ze lief en probeert uit hen de wil van God te weten te komen. 

Een voorbeeld hebben wij in de dichter van de 119e psalm. Van deze psalm is de grondtoon: hoe lief heb ik Uw wet! Het gaat goed met ons, wanneer dat de grondtoon van ons hart is. De gedachten zijn steeds bezig met wat men werkelijk liefheeft. Vandaar, dat de psalmist ook de getuigenissen van de Heere Heeren de Hele dag overdenkt. Zonder vrucht is zo’n geestelijke overpeinzing nooit. De dichter droeg ze in hoofd en hart steeds met zich mee en trachtte er de zin en de waarde voor het leven van te peilen. Rijke zegen rustte op dit onderhouden van de wet. Hij proefde en smaakte die zegen in al zijn lieflijkheid, zoals het gehemelte de zoete honing, ja, het heerlijkste van alle lekkernij. Zo heeft de psalmist uit de beoefening van Gods geboden een recht inzicht in de dingen van God verkregen en leerde hij alle leugenpaden te haten. 

Advies

Zou het dan niet van pastorale wijsheid getuigen om in de prediking de geboden van God tot de gelovigen te brengen en het juk van Christus op hun schouders te leggen. Wij menen dat het zeer nodig is. 

Alleen, het is niet gemakkelijk, de mensen zijn liever vertroost dan vermaand. Zelfs Paulus heeft dat gevoeld. Dat blijkt uit de fijnzinnige toon waarop hij meer dan eens zijn vermaningen inleidt. Hij begint dan nogal eens met: ik bid u, broeders. Bijzonder fijngevoelig is de apostel ook daarin. Hoe weet hij om te gaan met mensen! Wij moeten dan ook de schijn van meesterachtigheid vermijden. Niet als zedenmeesters optreden, maar als boodschappers van Christus. Evengoed tot onszelf prediken als tot anderen. 

De manier waarop wij iets zeggen kan zo’n verschil maken. De ervaring leert, dat men heel diep kan afdalen in ontdekking en bestraffing, wanneer het in teerheid van hart gebeurt. Het hindert niet eens een speciale toon te treffen, een schildering te geven uit het volle beleven, wanneer men maar alle persoonlijke elementen heeft uitgeschakeld. Vooral moeten wij de schijn vermijden als onderstelden wij bij de gelovigen de kracht om de geboden te volbrengen. Integendeel, duidelijk dient uit te komen, dat deze kracht uitsluitend in Christus ligt en van Hem in ons niet overgaat, dan door het geloof in Hem, als in degene die ons geworden is tot heiligmaking. Hierdoor wint men vertrouwen, en baant door dit vertrouwen zich de weg tot rechtstreekse vermaning. Zo wordt het gebod niet op wettische, maar op evangelische manier gebracht. In de samenhang met de belofte van het nieuwe verbond. 

De Heere schrijft Zelf de wet in onze harten. Ja, Hij zal maken dat wij overeenkomstig haar wandelen. Door Christus zijn al de geboden van de wet evenzovele beloften voor ons geworden. Zo, in dat licht gebracht, wordt de wet liefelijk. De gemeente hoort er van op. In plaats van de kanonschoten van de wet in de prediking, wordt ze veel dieper ontdekt. Hier en daar betreurt iemand zijn zonden diep. Ja, de ontdekking door de liefde is veel dieper dan door de donder van de Sinaï. 

Volgens van Brummelen leidt dit tot eerlijker zelfkennis onder christenen. Men zoekt het minder in zichzelf, maar leert meer vanuit Christus genade leven. Daarover meer in deel 4 van deze serie over het missen van de eerste liefde. 

Luister deze blog als podcast

Lees verder over dit onderwerp

Keurmeesters

In de middeleeuwen had je allerhande gildes. Bakkers, timmermannen en smeden verenigden zich in afzonderlijke...

Als ik maar weet

Als ik maar weet, dat hier mijn weg, Door U, Heer, wordt bereid; En dat die weg, hoe moeilijk ook,Mij nader tot U...

Leven met verlies

We lijden verliezen aan het leven en aan de dood. Job leed verlies op verlies. Hij verloor zijn bezit, status en...