Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Luister de podcast

woensdag 11 oktober

Dr. A. van Brummelen over wat hij aanduidde als ‘levensadel’ (2)

‘Pogen wij nu het geheim van deze levensadel te doorgronden, dan menen wij dat het juist aankomt op levensheiliging in fijne dingen. Geheel het leven ontvangt de vernieuwende werking van Gods Geest.’ Aldus dr. A. van Brummelen over een levenshouding die hij bewonderde. 

Wijding

‘Wij zouden er wel het woord wijding voor willen kiezen, al stemmen wij onmiddellijk toe, dat dit woord door het verkeerd rooms katholiek gebruik zijn waarde grotendeels verloren heeft. Gewijd is niet meer wat door een uitwendige plechtigheid uit de massa ten dienste van God afgezonderd werd. Gewijd is alléén wat in volle werkelijkheid de doop van het heilige en hemelse heeft ondergaan; datgene wat door de aders van de geest bezield en gedragen wordt. Datgene, wat in Christus geworteld ligt, uit de Christus ademt, leeft, spreekt en handelt en aanhoudend met die Christus in min of meer bewuste gemeenschap staat, ’t Is in deze zin dat over ons leven een adel komt in alle dingen, juist ook in onbewuste kleinigheden als de manier van lopen, spreken en kleding.

Gebrekkig

Is de klacht ongegrond, dat die levensadel ook in onze kringen te vaak ontbreekt of althans te gebrekkig is? Wij treden hier niet als aanklager op, maar zouden tot zelfonderzoek willen aansporen. Het komt ons vóór, dat, als de gemeente weinig leven, licht en kracht uitstraalt over de wereld, dit in de eerste plaats te wijten is, niet aan een gebrekkige organisatie van het kerkelijk leven, maar aan een gemis van levenswijding bij de afzonderlijke leden voor zich. De levensopgang van Pasen wordt alleen ons deel, indien de individuele gelovigen elk voor zich de aansluiting met Christus kennen en op deze manier uit de echte Levensbron worden gelaafd en voorzien.

Christus

Wij weten het wel, dat heel veel gemeenteleden zich niet geheel los van Christus gevoelen. Wij mogen niet onmiddellijk oordelen dat zij vijanden van het kruis, of zelfs dat zij onverschillig of koel voor Hem zijn. De tekortkoming ligt hierin, dat het geloof niet hun hele leven in al zijn uitingen doorstrikt; maar dat het iets aparts is, waarop zij wel hoge prijs stellen, maar dat buiten het verband met het dagelijks leven staat. Er is teveel scheiding tussen natuur en genade. Zondagsleven en maandagsleven raken elkaar niet, terwijl dit toch

het kenmerk is van doorwerkende genade, dat wij de geestelijke dingen op spontaan natuurlijke manier doen. Ongekunsteld, zonder een gezwollen toon of opgeblazen deftigheid. 

En omgekeerd — dat wij de natuurlijke dingen zeer geestelijk verrichten als onder het wakend oog van de Heere. Onze bankzaken verrichten wij en onze girozaken handelen wij af onder de bede, dat God ons voor gierigheid zal behoeden.

Paasleven

Doorgaans bemerkt men het niet in de gewone omgang dat de gemeente van Christus door dat Paasleven hemelse adel moet vertonen. Er is evenveel liefdeloosheid en zelfzucht bij ons als bij de wereld. Wij stuiven even lichtgeraakt op als de ongelovigen, wanneer zij gekrenkt worden. Wij kennen wel het Woord van Jezus over het zeventigmaal zevenmaal vergeven, maar wij rekenen intussen de belediger de volle schuld toe. Men ziet ons niet aan, dat ons arbeiden en zwoegen ter verheerlijking Gods is. Bij de lasten en de kruisen, die ons opgelegd worden, leggen wij niet eerbiedig de hand op de mond. Weinee, wij klagen even luid als zij die geen Vader in de hemelen hebben. Wij zeuren het leven door, als een deur die reeds lang een druppel olie behoeft in de scharnieren, maar wij zijn er nog nimmer toe gekomen hier handelend op te treden. Hoe piepend en knarsend is ons bewegen door het leven!…

Van levensadel is hier geen sprake. Onze levens vlammen niet op als een offer ter ere van God en tot heil van de naaste. Er is geen teerheid van geweten, geen mildheid in het oordelen, geen zachtmoedigheid in het bestraffen. Ja, op zondag zit men in de kerk, komt onder de indruk van de prediking. Maar nauwelijks zijn de kerkdeuren gesloten, of wij gaan weer door met de alledaagsheid. Men heeft even het vergezicht der eeuwige dingen gezien. Maar dan zeulen wij weer voort over de modderwegen van het laagstaande, platvloerse bestaan.’

Hoe dit te doorbreken? Daarover meer in een volgende aflevering. 

Luister deze blog als podcast

Lees verder over dit onderwerp

Een vrouw van Tyrus en Sidon

Een vrouw van Tyrus en SidonKwam schreiend tot Jezus gevlucht.Zij riep: „Zone Davids! ontferm UEn hoor mijn gekerm en...

Sta op en strijd de goede strijd

Staat op en strijdt de goede strijdtot al wat God u vraagt, bereid,Hij is uw kracht, Hij is uw recht;Hij heeft de...

Dienstbaar aan de wereldkerk (2)

Nadat in de negentiende eeuw het zendingswerk onstuimig groeide, zagen we in de twintigste eeuw hoe dit vrucht droeg...