Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Luister de podcast

woensdag 24 mei

Ds. W.L. Tukker: dien elkaar!

In een lezing voor predikanten gaf ds. W.L. Tukker in 1975 aanwijzingen voor zijn collega’s. Hij drukte hen het belang van ‘dienen’ op het hart. Zowel in de gemeente, als richting elkaar. 

Dienen

‘Dient elkander door de liefde’ (Gal. 3: 13). Dat wordt dan in de gemeente Gods geboden. Op het geloofsartikel van de kerk kerk volgt direct dat van de gemeenschap van de heiligen. Dit mag in de kringen der eerstgeroepen heiligen, namelijk die van de apostelen, dienaren van het Evangelie, dan wel in de eerste plaats gelden. En dan ook geldt de dienst aan elkaar voornamelijk aan de huisgenoten van het geloof, namelijk aan de leden der gemeenten. 

Tot deze dienst moet de liefde de drijfveer zijn. Zoals de liefde ook alleen de drijfveer moet en kan zijn tot de dienst aan God en aan Zijn Woord. Waar het geloof is, daar is liefde. Waar éénzelfde geloof is, daar is liefde. Waar éénzelfde hoop is, daar is liefde. De leraren moeten de gemeenten liefhebben en vanuit de liefde dienen. Niet voor niets gebruikt de bijbel voor de gemeenteleden de broedernaam. En wat voor man moet hij zijn, die zijn broeder naar het vlees niet liefheeft? Wat voor man moet hij zijn, die de broeders van de gemeente niet liefheeft? Hoe kan iemand een gemeente dienen zónder liefde. Waar de gemeente een broederband heeft krachtens doop, krachtens belijdenis, en ook krachtens bewezen genade, daar moet elke leraar de gemeente lief hebben naar die gradaties in de broederschap. En dan niet alleen de gemeente, die hij dient, maar ook in wijder verband. De gemeenten in haar wording, en de gemeenten in haar geloofsbestand. De liefde tot de kerk, de liefde tot de gemeente moet heel de drijfveer tot onze dienst zijn. Deze zal ook de gemeente weten te nemen zoals zij is, om haar onder Gods zegen te maken tot wat zij zijn moet. Zelfs moeilijke men­sen, van wie wij veel te verduren hebben, moeten toch onze liefde hebben en zij moeten ondanks weerbarstigheden onze zorg houden. Ook de moeilijke elementen.

Elkaar

Tot één van de eerste voorwaarden voor de onderlinge liefde, voor dienende liefde in de gemeente is de eis van onderlinge liefde en van onderlinge dienst onder de voorgangers. Als het al niet aangaat, dat predikanten langs elkaar heen leven, dan gaat het zeker niet aan dat predikanten, die eenzelfde dierbaar beginsel aanhangen, die zelfs één zelfde genade deelachtig zijn langs elkander heen leven. 

Dat kan niet in de kerk van Christus: langs elkander heen leven. Hoe zullen van elkaar vreemd zijn, die van hetzelfde huis zijn? Minder nog is het geoorloofd, om elkaar te verbijten en vereten. Maar dat is nog maar het negatieve, wat verboden is. Liefde voor elkaar, achting voor elkander, dat is het gebodene. Daar is toch in een collega allicht iets, wat te waarderen is. En wat is er niet een dienst aan elkaar te doen? Elkander opscherpen in de waarheid, elkanders noden dragen. Waar blijft het gebed voor de collega — behalve dan openbaar op de kansel? Waar blijft het onderlinge gebed voor eigen en elkaars bekering en toename in het geloof? Dat kunnen en behoren wij zelfs te doen ook ver buiten onze kring. Predikanten die elkaar tot knechten zijn moeten het minste en het meest verachte voor elkaar doen!’

Luister deze blog als podcast

Lees verder over dit onderwerp

Komt, heffen wij een lofzang aan

Komt, heffen wij een lofzang aanDe Heer is waarlijk opgestaan;Komt, laten wij niet langer klagenDe Levensvorst heeft...

Taboes doorbroken

C.S. Lewis roept in zijn werk ‘De afschaffing van de mens’ (1943) lezers terug naar een werkelijkheid waarin de normen...