Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

donderdag 3 september

Een overtollig mens?

‘Het ijs op de rivieren zal breken en ik zal naar alle waarschijnlijkheid met de laatste sneeuw wegdrijven… waarheen?’ Aldus hoofdpersoon Tsjoelkatoerin in één van de verhalen van de Russische schrijver I.S. Toergenjev. Het dagboek van een overtollig mens. 

Zijspoor

Als de stilte valt, de rust daalt en de vakantiedagen mij in hun stroom opnemen, lees ik graag wat Russische literatuur. Verhalen van Tolstoj, Dostojevski, Toergenjev en anderen. Er opent zich een andere wereld, waarin een rijkdom aan cultuur en taal toevloeit. Een blik in de ziel van een ander, via de literatuur. 

Vorige week raakte mij het relaas van ‘een overtollig mens’. Toergenjev laat de hoofdpersoon van één van zijn verhalen in een dagboek de laatste veertien dagen van zijn leven beschrijven. Tsjoelkatoerin blikt daarin naar zijn beleving terug op een nutteloos leven. Landeigenaar, jong wees en ongelukkig in de liefde. Langzamerhand is hij op een zijspoor van het leven terechtgekomen. Het voltrok zich aan hem, zonder dat hij nog enig initiatief toonde. Zijn laatste dagen glijden nu aan hem voorbij terwijl een ziekte zijn lichaam afbreekt. Zijn ongeluk wijt hij grotendeels aan een verloren liefde, lang geleden. Met haar verging de levensmoed. 

Overtollig

Zich afvragend wie hij was gedurende zijn leven, concludeert hij: ‘Ik heb dit belangrijke vraagstuk goed overdacht, en omdat ik overigens geen enkele behoefte heb om te bitter ten koste van mezelf te uiten, zoals mensen doen die vast overtuigd zijn van hun eigen kwaliteiten, moet ik één ding bekennen: ik ben op deze wereld een totaal overtollig mens, of zo u wilt, een totaal overtollige vogel.’ 

Een knappe jonge vorst schaakte voor zijn ogen het meisje dat hij liefhad, om haar vervolgens te laten zitten. Zij bleek daarna te kiezen voor een ander, hij leek overbodig. ‘Heb ik in deze hele geschiedenis niet de rol van een overtollig mens gespeeld? (…) Waartoe heb ik me hierin gemengd? Het vijfde wiel aan de wagen! Ach, hoe bitter is het mij te moede! Zoals de Volgaslepers zeggen: “Nog een keertje, nog een keer,” zo zeg ik “nog een dagje, nog een”, en dan zal er bitterheid nog vreugde meer zijn.’

Dood

Het levenseinde van Tsjoelkatoerin nadert. Hij schrijft: ‘De dood, de dood is nabij. Ik kan het dreigend crescendo al horen…’ Hij huivert in het aangezicht van de dood, in een combinatie van rust en angst. Hij wuift de natuur uit. ‘Vaarwel mijn leven, vaarwel mijn tuin, en jullie mijn linden!’ 

Verwachtingsvol

Hoe anders is het christenleven. Hoewel vlagen van verbijstering, verlamming en levensmoeheid ook christenen kunnen overweldigen, blijft er een tegenstem klinken. Die van de Schepper, die ons kent vanaf ons eerste levensbegin (Ps. 139). Die van de Koning, Die ons leven regeert. Die van de Profeet, Die ons de Weg wijst door het Woord. Die van de Priester, die tevens het Offerlam wilde zijn. 

De beleving van nutteloosheid verzinkt daar waar het besef doordringt dat Hij ons schiep, doel en richting geeft. Gemaakt om God te loven (Westminster Catechismus). Levend vanuit de enige troost: het eigendom van Christus te zijn. Verlost, door Zijn bloed. (Heidelbergse Catechismus) 

Waar gevoelens van nutteloosheid en doelloosheid in ons leven een verstikkende hand om de nek leggen, dienen we hoger te zien dan de omstandigheden. Levensmoed putten we niet uit zelf geslagen bronnen, maar uit de Levensbron. Waar wij de zondenlast van ons verloren leven aan Zijn voeten brengen, schenkt Hij toekomst. Om Christus wil.

Lees verder over dit onderwerp

Een vrouw van Tyrus en Sidon

Een vrouw van Tyrus en SidonKwam schreiend tot Jezus gevlucht.Zij riep: „Zone Davids! ontferm UEn hoor mijn gekerm en...

Sta op en strijd de goede strijd

Staat op en strijdt de goede strijdtot al wat God u vraagt, bereid,Hij is uw kracht, Hij is uw recht;Hij heeft de...

Dienstbaar aan de wereldkerk (2)

Nadat in de negentiende eeuw het zendingswerk onstuimig groeide, zagen we in de twintigste eeuw hoe dit vrucht droeg...