Als geestelijke verbondenheid en verwachting voor Gods Koninkrijk samen op gaan, reikt vriendschap verder dan het leven. Niet dat je elkaar tot na de dood vast kunt houden. Je leeft echter wel in het besef dat de liefde tot God sterker is dan het leven. Dat doet samen uitzien en tegelijkertijd in dit leven schouder aan schouder dienen.
Broeders
De jong overleden Schotse predikant Robert Murray MacCheyne (1813-1843) staat bekend vanwege zijn aandacht voor geestelijke herleving. Hij stond niet alleen. Zijn vriend Andrew Bonar (1810-1892) schreef een levensbeschrijving over Roberts leven. Andrews’ broer Horatius Bonar (1808-1889) behoorde eveneens tot dit netwerk. Laatstgenoemde schreef een levensbeschrijving over hun broeder in de dienst: John Milne (1807-1868). Je ziet hier dus een netwerk van diverse broeders in de dienst van God, die elkaar kenden en geestelijke contacten onderhielden. Door elkaar op te zoeken als dat kon, maar ook door elkaar brieven te schrijven. John Milne verbleef bijvoorbeeld een aantal jaren in India als zendeling, daardoor woonden ze op grote afstand van elkaar. Het grootste deel van hun leven speelde zich echter af in Schotland, waar zij preekten, dienden en uitzagen naar vrucht.
Overlijden
John Milne overleed op 31 mei 1868. Hij stond normaalgesproken ’s morgens tussen vijf en zes uur op om te bidden. Zo ook deze dag. Daarna ging hij nog even naar bed, waarbij hij met zijn vrouw een Psalm las. Even later stond hij weer op om zich aan te kleden. Onderwijl overleed hij echter. Zijn Bijbel lag open bij Efeze 3 en 4. De afdrukken van zijn gebedshouding stonden nog in het dekbed. Hij was heengegaan.
Brief
Enkele dagen daarna hoorde Andrew Bonar van dit overlijden. Diep geraakt stuurde hij de weduwe van John Milne een brief. Daaruit blijkt de geestelijke verbondenheid die deze mannen ervoeren. Zij streden onder dezelfde kruisbanier. Biddend, uitziend naar Gods machtige daden.
Ik heb zojuist het nieuws vernomen, je geliefde echtgenoot, en onze geliefde broer, heeft deelgenomen aan de algemene vergadering van eerstgeborenen wiens namen in de hemel staan ​​geschreven.
Wil je proberen aan hem te denken zoals ik heb geprobeerd te doen; zoals hij nu de stem van de Herder hoort en het gezicht van de Herder ziet in de groenste van de groene weiden, vol verwondering, vol liefde, ook boordevol vreugde in de Heere?
En zal hij niet denken aan degenen van waaruit hij is opgekomen? Ik kan bijna geloven dat hij tegen zichzelf zegt: ‘En Barbera zal snel hier zijn, of anders zullen we afdalen met de Heere om haar en de achtergebleven heiligen te ontmoeten.’
Ik ben er zeker van dat zijn beker nu overloopt. En wat jou betreft, daar ben ik zeker van: ‘Goedheid en barmhartigheid zullen je volgen al de dagen van je leven; enjeu zult voor eeuwig in het huis des Heeren wonen. ‘
Ik kan jouw verzoek niet weerstaan ​​dat ik voormiddag op zondag zal preken, maar ik vind het één van de treurigste plichten waartoe ik ooit geroepen ben. Moge de Heere er een opstandingstijd van maken voor zielen. Ondertussen kun je worden ondersteund en gesterkt, want velen, velen denken aan je in je diepe verdriet.
De jouwe in de Heere. Die spoedig zal komen voor Zijn slapende heiligen,
Andrew. A. Bonar
Verwachting
In deze brief blikken we pastor Bonar in het hart. Of er herinneringen zijn in de hemel, zoals hij hier schijft, weten we niet. Zoals blijkt, hij is er ook niet zeker van. Wel probeert hij op die manier de weduwe nabij te komen in haar verdriet, door de blik te richten op de Heere in Zijn heerlijkheid.
Enige tijd later schijft Bonar in zijn dagboek over de dertig jaren van verkondiging die achter hem liggen. Hij vraagt zich af hoeveel vrucht Robert Murray MacCheyne gedragen zou hebben, als die zoveel tijd had mogen leven. Dan wordt zijn dagboekaantekening een gebed: ‘Herder der zielen, verberg mij in Uw trouw. Uw trouw is de bedekking van mijn ontrouw.’
Leestips:
- Andrew Bonar, Diary and life, Banner of Truth Trust.
- The life of John Milne of Perth, Horatius Bonar, Banner of Truth Trust.