De ervaring dat we overprikkeld raken door de invloed van media en cultuur, is niet nieuw. Dr. A. van Brummelen (1928-1999) zag dit tientallen jaren geleden reeds gebeuren. Daarom pleitte hij voor meer momenten van stilte en alleen-zijn.Â
Terugtrekken
‘Nooit waren stilte en alleen zijn zo noodzakelijk als heden. Wij moeten het weer leren alleen te zijn en eenvoudig te leven. Het wemelt in onze dagen teveel van gemeenschap. Het vergadert alles zonder einde, het praat en het confereert alles oeverloos. Wij moeten de moed bezitten de televisie eens uit te laten, de radio af te zetten.Wij lijden aan een mediacomplex. Wij moeten de geestelijke zegen van het alleen zijn weer ontdekken. Trek u eens een moment terug. In een kamer of op een wandeling, als het u mogelijk is. U zult dan bemerken, dat u dan tot dieper nadenken komt.’
Mediteren
Hij pleitte voor het zoeken van gemeenschap met God in de stilte. ‘De gemeenschap met de eeuwige God is het doeltreffendste middel om gevuld te worden van binnen.’ Mediteren kost tijd, maar is geen tijdverlies. Het vormde volgens dr. A. van Brummelen ‘een geestelijke versterking, die men niet te hoog kan aanslaan.’ De predikant adviseerde om te mediteren over het lijden van Christus, de smarten van de hel of de glorie van de hemel. Met andere woorden: het hart richten op de werkelijkheid zoals de Heere die openbaart in de Bijbel.
Natuur
Naast mediteren in de stilte bij de Schrift, kan dat ook door de natuur in te gaan. Dat is immers ook een boek waarin we een blik werpen op Gods majesteit. Zie je geen schoonheid in een grasspriet? Ga er dan eens bij zitten en leer je verwonderen over wat de Heere maakte. Als het kleine al zo wonderlijk is, wat dan te zeggen over het geheel van Gods schepping?
Vluchten
De kakafonie van de drukte van media en stadsleven kunnen je zo vervullen en afleiden, dat je er haast niet aan ontkomt. Dan is het zinvol om die drukte geregeld te ontvluchten en stilte te zoeken in het buitengebied. De Vlaamse priester-dichter Guido Gezelle publiceerde en confereerde naar hartenlust. In zijn gedichten zie je tegelijkertijd een hunkering naar de schoonheid (en stilte) van de natuur. Vluchtend vanuit de onrust.Â
Laat mij, laat mij henenvluchten
            Landwaarts, en de steê, de steê,Â
Niets van al haar eeuwig zuchten,Â
            Niets van haar, mij volgen mee!
Storme is ’t altijd in de stede en
            Ongerustheid; altijd iet,Â
Dat daar, vol onvriendlijkheden,
            Grimt op mij en leelijk ziet.Â
Uit dit stormend zeespel henen,Â
            Heel alleene is ’t, dat ik moet,
Diepe en verte in ’t land verdwenen,            Â
Rusten, daar ik God ontmoet.
Van der Plas M. (1998), Mijnheer Gezelle – Biografie van een priester-dichter, Baarn: Lannoo, Pag. 533