Iedere zondag belijden wij ‘Ik geloof een heilige, algemene, Christelijk Kerk.’ Daaraan dacht ik bij het overlijden van James I. Packer.
Verschil van mening
Bij het overlijden van James Innell Packer (1926-2020), vorige week, herinnerde ik mij de discussie die hij voerde met dr. Martyn Lloyd-Jones (1899-1981). Een man die veel voor zijn vorming betekend had. Dat over Packer gezegd werd dat hij de ‘laatste van de puriteinen’ was, is wellicht grotendeels te danken aan zijn leermeester Lloyd-Jones. Toch kregen ze een hevig meningsverschil over de manier waarop men zich moest verhouden tot de Anglicaanse kerk. Lloyd-Jones vond dat je niet aangesloten kon zijn bij een kerk waarin sprake was van pluraliteit in de leer. Hij was tevens (terecht) verontrust over de theologische vrijzinnigheid in de Wereldraad van kerken. Zijn standpuntbepaling werd steeds steviger. Zelf gaf hij leiding aan een gemeente die op zichzelf stond.
Katholiek
Als jongeman haalde Packer in dit verband de bekende prediker George Whitefield 1714-1770 aan. Deze schreef op 7 juli 1742 een brief aan een Schotse presbyteriaan. De man waaraan hij schreef, stelde dat Whitefield de Anglicaanse kerk zou moeten verlaten. Whitefield antwoordde:
‘U lijkt niet eerder tevreden dan dat ik mijzelf tot presbyteriaan verklaar en openlijk de Anglicaanse Kerk afzweer. God weet dat ik trouw ben geweest in mijn getuigenis tegen hetgeen ik in die kerk aan ontaarding meen waar te nemen… Ik tref er slechts weinigen van een waarlijk katholieke geest. Het merendeel is katholiek totdat zij mensen weten over te halen naar hun eigen partij, alwaar zij hen binden. Zo heb ik Christus niet leren kennen. Ik accepteer – en voel mij een met – alle rechtgelovigen, tot welke groepering zij ook behoren.’ (McGrath, pag. 125)
De broers Ralph en Ebenezer Erskine kwamen na de tragische ontwikkelingen rondom de ‘Marrow Controversy’ los te staan van de Schotse kerk. Toen Whitefield in hun regio kwam preken voelden zij zich verbonden met de inhoud van zijn boodschap. Ze vroegen hem om alleen in hun kerken voor te gaan. Daar kon Whitefield niet in bewilligen.
Gebrokenheid
In de gebroken situatie van de kerk in Nederland, doet spreken over de eenheid van de kerk allereerst zwijgen. Bij tragische situaties kom je niet allereerst met grote woorden, maar word je stil. Zo ook ten aanzien van kerkelijke verdeeldheid. Want ik ben daar mede debet aan.
We zijn ver weg bij wat Augustinus beleed over de kerk:
‘Zeer geliefde broeder, God legt veel nadruk op de eenheid. (…) Heeft God soms uit één vogel de andere vogels gemaakt? Heeft Hij uit één vis alle vissen gemaakt? Uit één paard alle paarden? Uit één dier alle dieren? Heeft de aarde niet een groot aantal wezens tegelijk voortgebracht en vele plaatsen met vele soorten levende wezens bevolkt? Maar toen begon het scheppen van de mens! Toen is er maar één gemaakt: het menselijk geslacht kwam voort uit één mens. God heeft er niet afzonderlijk twee willen maken, een man een vrouw. Neen, één, de man en uit die ene man één vrouw. Waarom zo? Waarom begint het menselijk geslacht met één man? Toch alleen omdat aan het menselijk geslacht de eenheid nadrukkelijk wordt voorgehouden.’ (Sermo 268.3, Vlastuin pag. 61)
Herkenning
Lloyd-Jones en Packer, Whitefield en de Erskines, ze kwamen er niet uit. Ook wij zitten met de zichtbare scherven in handen. Dat ontneemt ons echter niet de mogelijkheid om de eenheid in Christus te belijden met Gods wereldwijde Kerk. Ook daar waar het zich aan ons zicht onttrekt. In het verlangen dat Israël en de volken, ééns allen in eenheid Christus’ lof verkondigen.
Leestips:
- Katholiek vandaag, een gereformeerd gesprek over katholiciteit, dr. W. van Vlastuin (Labarum, 2017)
- De laatste der puriteinen – een biografie van James I. Packer, Alistar McGrath (Boekencentrum, 2000)