Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Luister de podcast

dinsdag 21 maart

George Whitefield: Waarom de Bijbel onderzoeken? (1)

Hoewel Jezus de Zoon van God was, greep Hij als mens toch steeds naar de Schriften als leefregel en gids. Toen Hem door de wetgeleerde werd gevraagd wat het grote gebod van de wet was (Matth. 22:36), verwees Hij hem dan ook naar zijn Bijbel: ‘Wat leest gij?’ Ook toen Hij door de Geest geleid werd om door de duivel verzocht te worden, bood Hij alle aanvallen het hoofd door de duivel te antwoorden met het ‘Er staat geschreven.’ 

Bijbel

George Whitefield bereikte in zijn tijd tienduizenden mensen met de boodschap van het Evangelie. Hij benadrukte het belang van Bijbellezen. Waarom? 

Whitefield: ‘In de eerste plaats wil ik dus aantonen dat het ieders plicht is om de Schriften te onderzoeken. Met ‘de Schriften’ bedoel ik de wet, de profeten en de boeken die al eeuwen voor canoniek gehouden worden. De laatste maken het Boek dat gewoonlijk ‘de Bijbel’ genoemd wordt compleet. Deze boeken worden nadrukkelijk ‘de Schriften’ genoemd. Eén keer zelfs ‘de Schriften der waarheid’ (Dan. 10:21). Alsof geen enkel andere boek de naam ‘boek van de waarheid’ verdient, vergeleken bij deze boeken. Deze boeken zijn niet door mensen bedacht, ze berusten ook niet op menselijke autoriteit, maar ‘de heilige mensen Gods, van de Heilige Geest gedreven zijnde’ (2 Petr. 1:21) hebben ze geschreven. 

De reden dat God Zich op deze manier bekend maakt aan mensen, ligt in onze val in Adam en de noodzaak van onze wedergeboorte in Christus Jezus. Als we de Schriften onderzoeken zoals dat van ons gevraagd wordt, zullen we ontdekken dat het de kern en het wezen, de Alfa en de Omega, het begin en het einde van de Schriften is, ons deze twee grote waarheden te leren. 

Alle dreigementen, beloften, bevelen, alle aansporingen en leerstukken die in de Schrift staan, alle rituelen, ceremoniën en offers waaraan men zich moest houden onder de Joodse wet, ja, bijna alle historische gedeeltes van de Heilige Schrift, gaan er vanuit dat wij in Adam gevallen zijn. Maar ze wijzen ons ook op een Middelaar Die komen zal of ze spreken van Hem alsof Hij al gekomen is in het vlees. 

Openbaring

Was de mens in een staat van onwetendheid gebleven, dan zou hij een uitwendige openbaring niet nodig hebben gehad, omdat de wet van God zo diep in de tafels van zijn hart gegrift was. Maar omdat hij gegeten heeft van de verboden vrucht, heeft hij zich het ongenoegen van God op de hals gehaald. Hij verloor het goddelijke beeld. Daarom zou hij zonder een uitwendige openbaring nooit weten hoe God met hem verzoend wilde worden en hoe hij verlost zou moeten worden van de ellende en duisternis van zijn gevallen natuur. 

Dat u werkelijk gevallen bent, daarvoor hoef ik u niet te verwijzen naar een ander boek dan uw eigen hart. Als we geen gevallen schepselen waren, waar komen dan die afschuwelijke verdorvenheden vandaan die dagelijks opkomen in uw hart? We konden niet verdorven voortkomen uit de handen van onze Maker. Omdat Hij de goedheid zelf is kon Hij niets anders maken dan wat gelijk was aan Hem Zelf: heilig, rechtvaardig en goed. Dat we bevrijd willen worden van de verdorvenheid van onze natuur, is zonneklaar. We zijn immers onwillig om te bekennen dat we zo verdorven zijn. Daarom proberen we ons ook altijd anders voor te doen voor anderen. We doen alsof we een andere natuur hebben. 

Aan degene die zich bekwaamd heeft in het bestrijden van deze goddelijke openbaring, vraag ik: Als u naar uzelf kijkt, moet u dan niet erkennen dat u van nature trots, boos en wraakzuchtig bent? Moet u niet erkennen dat u van nature tegenovergesteld bent aan de reinheid, heiligheid en aan de grote verdraagzaamheid van God? Laat dit niet heel duidelijk zien dat u op de een of andere manier van God afgevallen bent? En als u deze schandelijke eigenschappen wél opmerkt bij uzelf, moet u dan niet erkennen dat u toch probeert om voor anderen beminnelijk, hoffelijk, vriendelijk en innemend te lijken? Is dat niet een overduidelijk bewijs, dat u zich ervan bewust bent dat u in ellende leeft, en ernaar verlangt – hoe weet u niet – om daarvan verlost of bevrijd te worden? 

Goedheid

Als u dit inziet, komt God door Zijn Woord tussenbeide. Hij laat u zoveel van Zijn goddelijke liefde en oneindige goedheid zien in de Heilige Schrift, dat alleen zulke verdorven en verdoemde mensen als de deïsten hun ogen ervoor zouden willen sluiten. Wat doet God anders in Zijn geschreven Woord, dan u te laten zien, o mens, hoe u gevallen bent in die verblinding, duisternis en ellende, die u zo waarneemt bij uzelf en waarover u zo klaagt? Maar tegelijkertijd wijst Hij ook de weg aan naar datgene wat u ontbreekt. Ja, Hij laat u zelfs zien hoe u uit uw ellende verlost kunt worden: door te geloven in de Zoon van Zijn liefde en Hem na te volgen. 

Zoals ik u al eerder zei, maar ik kan het niet genoeg benadrukken, op deze twee waarheden rust heel de goddelijke openbaring. God heeft Zich met geen ander doel geopenbaard dan om ons onze ellende en ons geluk, onze val en ons herstel te laten zien. Met andere woorden, hoe we in Adam gestorven zijn en hoe we in Christus opnieuw levend gemaakt kunnen worden.

Dáárom is het dus nodig om de Schriften te onderzoeken. Gods Woord is niets anders dan een uiteenzetting hoe we zalig kunnen worden. Het is de openbaring van het verbond dat God met mensen gemaakt heeft in Christus. Het is het licht om ons te leiden op de weg van de vrede. Dáárom moet iedereen de Schriften lezen en onderzoeken. Omdat elk mens op dezelfde manier van God is afgevallen, heeft elk mens dezelfde kennis nodig van de manier waarop hij met God verzoend kan worden en hoe hij opnieuw met Hem verenigd kan worden. 

Dit is het eerste deel uit een preek van George Whitefield, uitgegeven door stichting Tabernakel. Binnenkort volgt deel 2. 

Luister deze blog als podcast

Lees verder over dit onderwerp

Sta op en strijd de goede strijd

Staat op en strijdt de goede strijdtot al wat God u vraagt, bereid,Hij is uw kracht, Hij is uw recht;Hij heeft de...

Dienstbaar aan de wereldkerk (2)

Nadat in de negentiende eeuw het zendingswerk onstuimig groeide, zagen we in de twintigste eeuw hoe dit vrucht droeg...

Dienstbaar aan de wereldkerk (1)

‘Er is geen persoon, samenleving, land, of gebied dat buiten de autoriteit van Christus valt.’ Deze opvatting staat...