‘Nu zal ik met u nagaan wat het woord ‘vervolging’ betekent en op hoeveel verschillende manieren vervolging vorm krijgt.’ Aldus de achttiende-eeuwse George Whitefield, die als opwekkingsprediker tienduizenden bereikte met het evangelie. Hij maakte duidelijk wat het in de praktijk kan betekenen om vervolgd te worden.
Opjagen
Het woord ‘vervolging’ komt van een Grieks woord dat ‘opjagen’ betekent. Het houdt meestal in dat iemand vervolgd wordt omdat hij goed doet of omdat God hem zegent.
Bij vervolging gaat het allereerst om het hart. Het eerste voorbeeld hiervan is dat van de goddeloze Kaïn. Omdat de Heere acht sloeg op het offer van Abel en niet op dat van hem, ontstak Kaïn in woede en liet hij zijn hoofd zakken. Hij benijdde zijn broer, die hij ten slotte doodde.
De Farizeeën haatten en vervolgden onze Heere, lang voordat zij Hem gevangennamen. En onze Heere heeft deze haat, waarmee Zijn discipelen te maken zouden krijgen, als een vorm van vervolging, al voorzegd. Deze innerlijke vijandschap is de wortel van elke andere vervolging. In een bepaalde mate wordt die gevonden in de ziel van ieder die niet wedergeboren is. Velen, die nooit iemand op een andere manier zullen kunnen vervolgen, maken zich schuldig aan deze vorm van vervolging.
Goede naam
Velen zouden nu anderen op allerlei manieren vervolgen als het woord ‘vervolging’ niet een afschuwelijke bijsmaak zou hebben gekregen. Zouden ze anderen vervolgen, dan zouden zij de kans lopen hun reputatie te verliezen. Helaas! Velen van wie wij de naam nu nog niet kennen, zullen op de grote dag overtuigd en veroordeeld worden omdat zij in hun leven verborgen, slechte bedoelingen hadden tegen Sion. Ze kunnen het nu voor de mensen verbergen, maar God ziet de vijandschap in hun hart. Hij zal hen op de grote en ver- schrikkelijke dag van het oordeel ontmaskeren en oordelen als vervolgers.
Ook door laster vervolgen mensen elkaar: ‘uit den overvloed des harten spreekt de mond’ (Matth. 12:24). Ik veronderstel dat velen er geen kwaad in zien hun pijlen af te schieten op de discipelen van de Heere, of zelfs bittere woorden tegen hen te spreken. Ze hitsen anderen op, schieten hun pijlen af en wensen hen dood, terwijl ze zeggen: ‘Deden we het niet voor de grap?’ Maar hoe zij het ook beschouwen, God beschouwt het kwaadspreken als het vervolgen van Zijn kinderen. Ismaël bespotte Izak en dat werd beschouwd als ‘vervolging’. Onze Heere zegt: ‘Zalig zijt gij, als u de mensen smaden, en vervolgen, en liegende alle kwaad tegen u spreken, om Mijnentwil’ (Matth. 5:11). Dit maakt ons duidelijk dat spot en alle andere kwaadsprekerij vanwege de naam van God, beslist vervolging is. Een wijs man zegt dat ‘een goede naam beter is dan goede olie’ (Spr. 7:1). Voor velen is een goede naam belangrijker dan het leven zelf. Het is een zonde tegen het zesde gebod om iemand te doden. Maar kwaadspreken over de discipelen van Christus en hen doden, alleen omdat ze Zijn discipelen zijn, zal God in toorn doen ontbranden. Degenen die zich hieraan schuldig maken zonder berouw te heb-ben, zullen ontdekken dat Jezus Christus hen ter verantwoording zal roepen. Hij zal hen in een zee van vuur en zwavel straffen voor al hun goddeloze en harde spreken. Dit is de beker die zij zullen moeten drinken.
Daden
Tenslotte uit vervolging zich in daden. Als slechte mensen de kinderen van God uit hun nabijheid weren, zegt onze Heere: ‘Zalig zijt gij wanneer zij u afscheiden’ (Luk. 6:22). Hij heeft voorzegd dat zij uit de kerk geweerd zullen worden, toen Hij zei: ‘Zij zullen u uit de synagogen werpen’ (Joh. 16:2). Ze zullen hen bedreigen en hun verbieden openlijk hun godsdienst te belijden of te aanbidden. Predikanten zal worden verboden het Woord te preken, juist zoals de hogepriesters de apostelen bedreigden en hun bevel gaven ‘dat zij niet zouden spreken in den Naam van Jezus’ (Hand. 5:40). Saulus, ‘blazende nog dreiging en moord tegen de discipelen des Heeren’ (Hand. 9:1) vervolgde hen. ‘Voor stadhouders en koningen zult gij gesteld worden’ (Mark. 13:9), zegt onze Heere. Zij zullen beboet worden en in de gevangenis gezet. Hun bezittingen zullen in beslag genomen worden. Ze zullen wreed gegeseld en ten slotte gedood worden.
Onvermijdelijk
Het is onmogelijk om op te sommen op welke verschillende manieren vervolging een gezicht heeft gekregen. Het is een veelkoppig monster, wreed als het graf, onverzadigbaar als de hel. Het ergste is dat het in het algemeen gebeurt onder het mom van godsdienst. Vervolging is wreed, onverzadigbaar en afschuwelijk. Maar degenen die godvruchtig in Christus leven, moeten erop rekenen dat ze in een of andere vorm met lijden te maken zullen krijgen.’