Jesaja 40 vormde de bron voor het dichten van een lied: ‘Verhoogd zij ’t dal, de berg geslecht’. De predikant-dichter die hier woorden aan gaf, zette zich tevens in voor mensen die worstelden in de strijd tegen alcohol.
Dichter
De schrijver van het lied ‘Verhoogd zij ’t dal, de berg geslecht’, ds. C.S. Adema van Scheltema (1815-1897). Hij schreef zo’n 2500 liedteksten, waaronder vertalingen van liederen uit andere landen. We dienen hem niet te verwarren met zijn zoon, een socialistisch dichter, die dezelfde naam draagt. Samen met onder andere de Utrechtse hoogleraar Valeton (1848-1912) was hij grondlegger van de christelijke geheelonthouding in Nederland. De grote schade die overmatig drinken te weeg bracht, ging hem aan het hart.
Lied
Verhoogd zij ’t dal, de berg geslecht,
Wat kronk’lend voortliep worde recht!
Treedt op gebaande wegen
Vol vreugd uw Redder tegen!
Ziet hier uw Vorst, der heren Heer!
Hij komt, de Machtige, met eer,
En zal uw zwakheid schragen;
Gelijk een vriend’lijk herdersvorst,
Die zelf zijn moede lammen torst,
Zal Hij zijn kind’ren dragen!
Zeg niet, o sterv’ling! zeg niet meer:
„Mijn weg is donker voor den Heer’,
Mijn regt is voor Gods ogen
Met duisternis omtogen.”
O, weet het nu, erken het luid:
Gods arm wordt door geen macht gestuit,
Wordt nimmer mat of moede.
Hij schenkt de sterkte, Hij de kracht,
En neemt, tot alles is volbracht,
U in zijn Vaderhoede!
Komt, heffen wij tot God omhoog
Het zuchtend hart, het biddend oog;
Zijn almacht zal ons schragen,
Wat noden ons belagen.
De moed kan jeugdigen ontgaan,
De jong’ling struik’len op zijn baan;
Maar die den Heer verwachten
Verheffen zich met aad’laars vlucht,
Al hoger op naar reiner lucht,
Met steeds verjongde krachten!