Het zeventiende-eeuwse lied ‘Jezus leven van mijn leven’ richt zich op het lijden van Christus. Woorden die uiting geven aan het verlangen van christenen, onderweg.
Lied
Jezus, leven van mijn leven,
Jezus, dood van mijnen dood,
Gij hebt U voor mij gegeven,
Zelf U off’rend voor mijn nood,
Opdat ik niet redd’loos sterven,
Maar Uw heerlijkheid zou erven;
Voor dit heil aan mij geschied,
Prijz’ U eeuwiglijk mijn lied.
Hoe U smaad en spot mocht honen,
Gij zweeg bij al ’t last’ren stil;
Liet Uw hoofd met doornen kronen,
’k Weet het, Heer, om mijnentwil,
Om mij, die Gods beeld moest derven,
Weer Zijn beelt’nis te doen erven;
Voor dit heil aan mij geschied,
Prijz’ U eeuwiglijk mijn lied.
Heer, Verzoener mijner zonden,
Heiland, Die mij hebt gezocht,
Die mijn boeien hebt ontbonden,
Hebt voor God mij vrijgekocht.
Ik, onrein, in schuld verloren
Ben in U opnieuw geboren.
Voor dit heil, aan mij geschied,
Prijz’ U eeuwiglijk mijn lied.
Heer, ik zal Uw lof verbreiden
Voor Uw weldaân zonder tal;
Wil door mij ook and’ren leiden,
Goede Herder, tot Uw stal.
Voeg, tot eer van Uw genade,
Onze harten, vroeg en spade,
Om Uw weldaân, ons geschied,
Saam in ’t eeuwig vreugdelied.