In de middeleeuwen had je allerhande gildes. Bakkers, timmermannen en smeden verenigden zich in afzonderlijke belangenorganisaties die men gildes noemde. Binnen zo’n gilde leidde men volgens gezamenlijke overtuigingen jonge medewerkers op tot vakmannen. Zo stond men samen voor dezelfde zaak, het voortbestaan van een specifiek vak.
Ook onze tijd kent haar ‘gildes’. Belangenorganisaties van allerlei snit en overtuiging zetten zich in voor de vorming van groepen mensen in de samenleving. Zowel in het zakelijke als in het maatschappelijke leven hebben we blijkbaar de behoefte ons te organiseren. Het ‘samen staan we sterk’ zit in ons bloed, niet in het minst wanneer we een gezamenlijke vijand signaleren. Als één man sluiten zich terstond de gelederen. Eén voor allen, allen voor één. Eerlijk gezegd houd ik daar wel van.
Er is echter ook een type mensen dat zich niet in een gilde laat verenigen. Dit zijn de zogenaamde ‘keurmeesters’. Ik kom ze tegen in de samenleving, op internetfora en bij kerkelijke activiteiten. Het zijn aardige mensen met een sterk analyserende blik. Meestal zien zij de zaken scherp. Feilloos weten ze de goede en kwade zaken te onderscheiden. Zodra ik hun cirkel van nabijheid binnentreed, word ik geconfronteerd met hun allesomvattend wereldbeeld. Messcherp licht men toe hoe de zaken er voor staan en ‘wie’ of ‘wat’ er totaal niet deugt. Tot zover kan ik dit over het algemeen prima volgen. Elke criticus raakt immers een kern, voor vrijwel elke overtuiging is iets te zeggen.
Logischerwijs vraag ik de keurmeester in kwestie vervolgens wat hij persoonlijk aan de volgens hem nijpende situatie gaat doen. Misstanden of verbeterpunten signaleren is één. Je verantwoordelijkheid nemen en de eerste stap in een mogelijke oplossingsrichting zetten, dat vraagt veel meer. De meeste keurmeesters kijken mij op zo’n moment wat verward aan. Alsof ik mijn vraag in het Chinees of Russisch uitsprak. “Ja hoor eens Steven, maar daar ben ik toch niet verantwoordelijk voor? Ik kan toch niet de hele wereld op mijn nek nemen?”
In Refoland hebben we aan keurmeesters geen gebrek. Gehuld in nette pakken of vale spijkerbroeken doen ze trouw hun werk. Keuren, keuren en nog eens keuren. Alles wat over de lopende band aan komt rollen wordt opgepakt, bekeken en beoordeeld. En laat ik mijzelf insluiten, ook ik val regelmatig in dit zwaard. “Als ik, dan…” Welnu keurmeesters, pak de handschoen op. Draag actief je persoonlijke verantwoordelijkheid. Ieders mening doet er terdege toe, maar leen ons dan ook je schouders!
Deze column van mijn hand werd in 2013, dus 11 jaar geleden, gepubliceerd in het Reformatorisch Dagblad.