Iedereen heeft een opvatting over de preek op zondag. Wat de één mooi vindt, kan een ander minder boeien. Waar de één opveert omdat het ‘nu eindelijk ergens over gaat’, fronst de ander de wenkbrauwen. Wie goed door luistert, ontdekt al snel dat persoonlijke geloofsbeleving, achtergrond en karakter daarbij een rol spelen. Ds. W.L. Tukker wijst op de houding van de gemeente van Berea: ‘Zij toetsten niet de Schrift aan de prediking, maar de prediking aan de Schrift.’
Preek
Als we als luisteraars aan elkaar vragen hoe er gepreekt moet worden in de kerk, zijn we het al snel eens. Het Woord moet verkondigd worden. Sommigen drukken zich nog wat concreter uit, zij zeggen: ‘Het moet gaan over drie stukken, twee wegen en één Naam’. Men bedoelt dan dat de drie onderdelen van de Heidelbergse Catechismus aan bod moeten komen. Ellende, verlossing en dankbaarheid. Daarbij moet duidelijk onderscheid gemaakt worden tussen gelovigen en ongelovigen. Tenslotte moet alles uitlopen op de verkondiging van Hem door Wie de verzoening is verworven, namelijk Christus.
Anderen kennen bovenstaande uitdrukkingen niet, maar weten wel van een andere versie. ‘Er moet Schriftuurlijk-bevindelijk gepreekt worden’, zegt men dan. Men bedoelt dat de preek moet opkomen vanuit heldere Schriftuitleg, maar dat er ook aandacht is voor de persoonlijke doorleving van het geloof. Zodat het niet alleen als waarheid wordt voorgesteld, maar ook het hart erop betrokken raakt.
Hoewel ik bovenstaande aanduidingen van harte onderschrijf, beseffen we met elkaar dat hiermee niet alles is gezegd. Als dit soort opvattingen gaan functioneren als een raster dat over de preek wordt gelegd, dreigt bijvoorbeeld het gevaar dat elke tekst dezelfde boodschap heeft. Kortom, er zijn vele klippen en valkuilen op de weg.
Waar levende Woordverkondiging is, spreekt de Heere. De Heilige Geest opent harten. Hij zorgt ervoor dat je na jaren van kerkbank-zitten, opeens een luisteraar wordt. Die biddend luistert, om werkelijk te verstaan. Omdat je beseft wie God is en jij daartegenover. De verkondiging van het Evangelie bepaalt dan het verlangen van je hart. Dat raakt me altijd weer als mensen geestelijk ontwaken. De gerichtheid op het Woord. ‘Spreek Heere, ik kan niet buiten U.’
Berea
Ds. W.L. Tukker wijst op de houding van de gemeente van Berea. Zij onderzochten dagelijks de Schriften, waarbij de vraag centraal stond of wat in de prediking werd verkondigd werkelijk waar was. Tukker: ‘Zij toetsten niet de Schrift aan de prediking, maar de prediking aan de Schrift. De preek was niet nummer één, maar het woord Gods was nummer één.
Daar zijn predikers, die boos worden als men hun preek toetst aan Gods Woord, aan een tekst of aan teksten. Dan deugt er vast iets niet in hun prediking. Een rechtgeaarde prediker moet blij zijn, als men zijn preek voortdurend naast Gods woord legt. Hij is toch immers een feilbaar mens. Hoe dichter een gemeente bij het woord leeft, hoe beter. Dan wil zij niet minder dan het woord, maar dan wil zij ook niet méér dan het woord. Let er wel op: toetsen aan het woord. Er staat, dat zij dagelijks onderzochten de Schriften (meervoud!) of deze dingen alzo waren. Men moet de prediking van Christus toetsen aan de teksten uit de bijbel, maar die dan ook weer gezien in hun verband, en dat dan ook weer gezien in het grote verband van al de Schriften, van de hele bijbel. Voor hen betekende dat dus het gehele Oude Testament. Dit vraagt dan een thuis zijn in de bijbel, een zich inwerken in het gehele woord Gods.’
Grondhouding
Wat betekende dit voor de grondhouding van de mensen in Berea? Tukker maakt onderscheid tussen luisteren waarbij je alles toetst aan je eigen opvattingen, overtuigingen en idealen; en toetsen aan het Woord van God. Tukker: ‘Omdat er zoveel religie niet uit God is, gaat men het zekerst met het woord Gods en de inspraak van Gods Geest. Elke religie heeft tenslotte zijn bevinding, geeft een zekere ervaring. Maar déze proefondervindelijkheid liegt niet; het gelóven van de prediking van Christus, als een Zaligmaker voor zondaren, naar de Schriften.’
Leestip: Gereformeerd Weekblad, ds. W.L. Tukker.