Nadenken over het leven van Christus was een kenmerk van devoten in de middeleeuwen. Denk daarbij aan Bernardus van Clairvaux en Thomas à Kempis. Zij mediteerden bijvoorbeeld over Christus’ lijden. Dit gerichte mediteren zien we ook in de Nadere Reformatie terug. Aanbevelenswaardig, in de veertigdagentijd voor Pasen.
Overdenken
Thomas à Kempis (1380-1471) schreef een boek over het leven van Jezus. Daarbij ging hij uitgebreid in op het lijden van de Zaligmaker. Jacques Koekkoek bewerkte dit boek en schreef er een inleiding op. Ten aanzien van het mediteren over het lijden van Christus merkt Koekkoek op: ‘Bij de moderne devoten neemt het overdenken van het leven en vooral het lijden van Christus een voorname plaats in. De lijdende Christus diende als voorbeeld voor de broeders en kloosterlingen.’
Het lijden van de Heiland diende tot voorbeeld, maar eerst en vooral tot verzoening voor de zondenschuld. Hij vernederde zich tot behoud van zondaren. De schuld werd door Hem volbracht. Gods toorn gestild, de zonden van Zijn kinderen verzoend.
Gebed en lijden
In het boek Het leven van Jezus Christus van Thomas à Kempis is een gebed opgenomen over het lijden in de hof van Gethsemané. Christus bad of de lijdensbeker aan Hem voorbij mocht gaan, maar niet zonder daaraan toe te voegen: Uw wil geschiedde.
Thomas à Kempis brengt de Heere lof toe vanwege dit lijden: ‘Ik prijs en verheerlijk U om Uw heldhaftige strijd tegen de verschrikking van de dood en Uw smart om het onmenselijke lijden. U werd immers door een zo innige liefde tot God ontstoken, dat U alle menselijke angst uit U verdreef.’
Het is echter niet alleen de strijd die à Kempis waarneemt, maar ook de concrete gevolgen die daarvan zichtbaar werden. ‘Ik loof en dank U voor het overvloedig stromen van Uw bloedige zweet, toen U in doodsangst nog vuriger bad en tegen de gewone loop van de natuur in, talloze bloeddruppels afscheidde uit Uw lichaam.’ Dit kwam volgens Thomas à Kempis voort uit de liefde die de Heere Jezus had voor zondaren. ‘O dierbare Jezus, met hoeveel liefde hebt U mij bemind. Want zo vurig hebt U voor mij willen lijden, warm bloed dat in plaats van natuurlijk zweet op de grond neer druppelde.’
Overgave
Hoewel Jezus de diepte van het lijden doorzag en bad of de lijdensbeker aan Hem voorbij mocht gaan, was Hij toch volledig toegewijd. Hij gaf Zich over. Thomas à Kempis: ‘Ik prijs U en breng U eeuwig hulde om de verloochening van Uw eigen wil en van de natuurlijke lichamelijke neiging pijn en dood te verafschuwen. En toch, toen het lijdensuur nabij was, hebt U onmiddellijk zonder tegenspraak berust in de wil van Uw Vader, terwijl U zei: Vader, niet Mijn wil geschiede, maar de Uwe. Juist door dit woord hebt U Uw hemelse Vader het hoogst verheerlijkt en de rijkste verdiensten voor ons verzameld. Juist hierdoor hebt U de duivel de zwaarste nederlaag toegebracht en al uw gelovigen duidelijk gemaakt dat U het toonbeeld van volmaaktheid, het teken van onze zaligheid en de weg van de volmaakte deugd bent.’
Doel
Het doel van het overdenken van Christus’ lijden is niet dat je samen met de vrouwen uit Jeruzalem medelijden krijgt. Het zet echter aan tot diepe verootmoediging. Zo diep wilde Hij lijden, voor zondige en tegenstribbelende zondaren. Verlossend bloed, tot behoud. Het is volbracht. Er is een weg tot behoud geopend in Jezus Christus.
Leestip: Het leven van Jezus Christus, gebeden en overdenkingen, Thomas à Kempis. Bewerkt en ingeleid door Jacques Koekkoek (Kok, 2013).