Een volk dat in duisternis wandelt, zal een groot licht zien. Dit profeteerde Jesaja en werd met Christus’ komst op aarde werkelijkheid.
Bijbel
In een christelijk lied komen het spreken van de Heere in de Bijbel en de ervaring van de gelovige samen. Althans, als het een lied is waarbij de dichter nadrukkelijk het verlangen had om de Bijbel als norm en bron te kiezen.
Het bekende lied ‘Nu daagt het in het oosten’ refereert aan Jes. 9: 1-5, Jes. 60: 1-5 en Lukas 1: 68-69. Ik haal hier alleen de eerste woorden van Jesaja 60 aan: ‘Maak u op, word verlicht, want uw Licht komt, en de heerlijkheid des HEEREN gaat over u op. Want zie, de duisternis zal de aarde bedekken, en donkerheid de volken; doch over u zal de HEERE opgaan, en Zijn heerlijkheid zal over u gezien worden. En de heidenen zullen tot uw licht gaan, en koningen tot den glans, die u is opgegaan.’
Lied
Nu daagt het in het oosten,
het licht schijnt overal:
Hij komt de volken troosten,
die eeuwig heersen zal.
De duisternis gaat wijken
van de eeuwenlange nacht.
Een nieuwe dag gaat prijken
met ongekende pracht.
Zij, die gebonden zaten
in schaduw van de dood,
van God en mens verlaten –
begroeten ’t morgenrood.
De zonne, voor wier stralen
het nachtelijk duister zwicht,
en die zal zegepralen,
is Christus, ’t eeuwig licht!
Reeds daagt het in het oosten,
het licht schijnt overal:
Hij komt de volken troosten,
die eeuwig heersen zal.