Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Luister de podcast

woensdag 15 maart

Om de lieve vrede

‘Wat ijver, wat vuur voor het ware geloof, blonk door zijn schriften en woorden! Het ongeloof sloeg hij zo dikmaals ter neêr, hij wist het zijn masker te ontnemen.’ Aldus Willem Bilderdijk (1756-1831) over Nicolaas Schotsman (1754-1822) na zijn sterven. Samen streden zij voor waarheid in een kerkelijke cultuur waarin men liever van zachte dingen sprak. 

Waarheid 

In 1819 meende Nicolaas Schotsman er goed aan te doen om twee preken te houden ter herinnering aan de Dordtse synode van 1618-1619. Het klimaat van het kerkelijk leven die tijd werd vooral bepaald door een sfeer van verdraagzaamheid. Men wilde zaken bij voorkeur niet op de spits drijven, maar de onderlinge verbindingen benadrukken. De Verlichting trok diepe sporen in het denken. Men was volgens Schotsman berooft van beginselen. Wie alle nadruk legt op de brug, kan blijkbaar de te verbinden oevers zelf uit het oog verliezen. Hoog tijd om hernieuwde aandacht te geven aan de oude waarheid, zo meende Schotsman. 

Blijkbaar kan het nodig zijn om in een sfeer van gematigdheid, een punt aan de orde te stellen dat de gemoederen in beweging brengt. Als de waarheid in het geding is, moeten we de lieve vrede niet tegen elke prijs koesteren. 

Boete

Het was overigens niet de eerste keer dat Schotsman van zich liet horen. Dr. A Kachelland deed samen met zijn zoon dr. M. Kachelland onderzoek naar het protestantse Réveil en de Verlichting in Nederland, in de periode 1815-1826. Kachelland toont aan dat Schotsman vanwege zijn liefde voor het Oranjehuis in 1796 ontheven werd van zijn taken als predikant. Hoewel hij ondertussen in verschillende gemeente diende, mocht hij pas vijf jaar later weer terugkeren naar de gemeente Leiden om zijn dienst daar te vervolgen. Naar aanleiding van de ontploffing van een kruitschip publiceerde Schotsman in 1808 drie boetepreken. Hij wekte zijn landgenoten op om zich te verootmoedigen voor het aangezicht van de Heere. Als Schotsman het tijd achtte om de trompet aan de mond te zetten, deinsde hij destijds niet terug voor het rumoer dat erop volgde. 

Gezonde geloofsbelijdenis

Dominee Schotsman publiceerde in 1819 twee preken waarbij hij allereerst de geschiedenis van de Synode van Dordrecht (1618-1619) uit de doeken doet. Vervolgens werkt hij dit in een tweede preek uit met het oog op zijn eigen tijd. Kachelland: ‘Vele malen herhaalt Schotsman zijn boodschap dat ware christenen waakzaam dienen te zijn ten aanzien van de onzuiverheid van de leer en daarom zorg dragen voor een “gezonde geloofsbelijdenis” en “onergelijk gedrag” vertonen. Dat Schotsman met name in de eerste preek, voor de leerstellige en kerkrechtelijke beginselen van de Synode van Dordrecht opkwam, druiste in tegen het door velen toegejuichte streven naar verbroedering van alle protestanten.’ Schotsman was overigens geen tegenstander van verbroedering als zodanig, hij wilde alleen de waarheid zelf niet onder het vloerkleed schuiven om der lieve vrede wil. 

Oprisping

Deze publicatie werd Schotsman niet in dank afgenomen. Hij kreeg via diverse recensies een stortvloed aan commentaar en verwijten over zich heen. Een recensent uit het Amsterdamsch Letterlievend Maandschrift kan niet begrijpen dat Schotsman het oude en vervallen gebouw van de orthodoxe-gereformeerde theologie aandacht geeft. Juist in een tijd waarin de verbinding met het Remonstrantisme werd gezocht en er een sfeer van verdraagzaamheid heerste, was het onbegrijpelijk dat Schotsman dit publiceerde. De recensent duidt het algemeen gevoelen aan met de volgende typering, als hij die afzet tegen de publicatie van Schotsman: een tijd ‘waarin ieder mensch van verbeterden smaak van deze reuk walgt; waarin de verschillen tusschen ons en onze Broederen met stilzwijgen, meestal, worden voorbijgegaan; waarin men pogingen doet ter onderlinge vereeniging der Christenen; waarin onze verdraagzaamheid bij andere gezindten openlijk begint geroemd te worden; waarin een genootschap, ook in het godsdienstige vlak, tot nut van het algemeen, zoo loffelijk, werkt.’ 

Hier krijgt de onverdraagzaamheid van de verdraagzame mensen stem. Als alles zich richt op de lieve vrede, wordt het benadrukken van een onderliggend en wezenlijk verschil bij voorkeur niet gepruimd. 

De stortvloed aan kritiek die Schotsman over zich heen krijgt komt niet vanuit remonstrantse hoek. Dat is opmerkelijk, want juist zij waren degenen die bij de synode van 1618-1619 heen waren gezonden. Juist het verschil van opvatting over hun standpunten, werd door Schotsman afgestoft door zijn uitgave van twee eeuwen later. Via een interne mailing geven twee commissieleden van de Remonstrantse Broederschap richting hun broeders aan dat zij ‘bedroefd’ zijn over de uitgave van Schotsman. Zij vinden het onbegrijpelijk dat de Hervormde Kerk goedkeuring heeft gegeven voor deze uitgave. Met een beroep op de christelijke vrijheid en de liefde besluiten zij echter niet te reageren en adviseren zij ook hun collega’s dit niet te doen. Toen de Meester gescholden werd, dreigde Hij immers evenmin. Hij gaf het over aan Hem Die rechtvaardig oordeelt. 

Herhaling

De geschiedenis herhaalt zich niet. Het is een hachelijke onderneming om een direct verband te leggen tussen gebeurtenissen uit het verleden en het heden. Terugkerende patronen zijn soms echter wel opmerkelijk. Dat maakt het mogelijk om vanuit de geschiedenis, lessen te trekken voor het heden. 

De studie van Kachelland maakt helder dat een algemene sfeer van verdraagzaamheid, heel onverdraaglijk kan worden. Wanneer we in kerkelijke kringen vooral de verbindingen benadrukken, kan er een sfeer ontstaan waarbij belangrijke waarheden zachtjes onder het tapijt worden geschoven. Om de lieve vrede. Wanneer iemand zich genoodzaakt acht om daar een vinger bij te leggen, zal hij daar zeker op getikt worden. Blijkbaar niet in eerste instantie door hen die het punt dat hij bestrijdt als gewaardeerd gedachtegoed beschouwen. Het zijn echter stemmen uit de eigen gelederen, die de klokkenluider tegenstaan. Zij horen dat een sfeer van milde verdraagzaamheid doorbroken horen wordt door een alarmerend geluid; en willen dit bij voorkeur dempen. 

De vrede bewaren is goed. Laat echter onderlinge verdraagzaamheid niet leiden tot een type ‘lievigheid’ dat elke oprisping smoort en de dissonant uit eigen gelederen verkettert. Koekoek-een-zang behoeft een tegenstem. Het houd je wakker. 

Dit artikel werd eerder gepubliceerd in Gezinsgids.

Luister deze blog als podcast

Lees verder over dit onderwerp

Sta op en strijd de goede strijd

Staat op en strijdt de goede strijdtot al wat God u vraagt, bereid,Hij is uw kracht, Hij is uw recht;Hij heeft de...

Dienstbaar aan de wereldkerk (2)

Nadat in de negentiende eeuw het zendingswerk onstuimig groeide, zagen we in de twintigste eeuw hoe dit vrucht droeg...

Dienstbaar aan de wereldkerk (1)

‘Er is geen persoon, samenleving, land, of gebied dat buiten de autoriteit van Christus valt.’ Deze opvatting staat...