‘Het valt mij wel eens op, dat mensen die in de voorste linies van de kerk dienen, niet goed raad weten met het persoonlijk gebed. Zij besteden meer tijd aan het drinken van koffie dan aan bidden. Het valt te vrezen, dat ze meer verwachten van hun activiteiten dan van God.’ Ds. C. den Boer (1931-2019) was niet al te zeer onder de indruk van allerlei activiteiten. Want hoe leefde men werkelijk met de Heere, uit beeld bij de mensen?
Publiek
Er wordt heel wat afgebeden in het pastoraat, voor de klas en op kansels. Het kan echter niet zo zijn dat iemand die anderen voorleeft wat het betekent om de Heere te dienen, nauwelijks persoonlijke omgang met God kent. We kunnen publiek niet compenseren wat in de binnenkamer achterwege blijft. We staan immers niet allereerst in het blikveld van mensen, maar voor het aangezicht van God.
Omgang
Ds. C. den Boer schreef in 1991 in de Waarheidsvriend enkele aanwijzingen voor de dagelijkse levenspraktijk in de omgang met de Heere. Het besef al lezend onder de adem van God te komen, dient levend te zijn bij ons Bijbelgebruik. Hij zei: ‘Welnu, in de eerste plaats moet ik daarbij wijzen op een regelmatig en grondig bezig-zijn met de Bijbel. Wij kunnen niet wandelen met God, als we ons niet dagelijks oefenen in het onderzoek van Gods Woord. Wie de Schriften selectief of slordig leest, kan niet groeien in de gemeenschap met God. En wie op adem wil komen, moet in het beademingscentrum van Gods Geest zijn, het Woord. Dat zal ons wijs maken tot zaligheid. Dat zal ons tot telkens nieuwe verwondering brengen.’
Komen onder het Woord, betekent luisteren naar Gods stem. Den Boer: ‘De Schrift is ‘viva vox’, levende stem van de levende God. We vinden er het eeuwige leven in. We komen er nooit in uitgestudeerd. Ze is Evangelie dat ons hart verkwikt. Maar net zo goed ook wet van God, waardoor we leren hoe we leven moeten, tot in de finesses. Hoe goed en nuttig is het om elke dag van ons leven te beginnen met een overdenking van het Woord van God. Aan de hand van een goed Bijbelcommentaar. De Wesleys — dat zult u weten — waren voor dag en dauw uit hun bed en begonnen de dag met Bijbelstudie en gebed, urenlang. ‘Morning trust’.’
Gebed
Of zij die dienen in Gods Koninkrijk wel werkelijk omgang met de Heere kenden, was voor ds. C. den Boer geen vanzelfsprekendheid. Hij merkte op: ‘Zij besteden meer tijd aan het drinken van koffie dan aan bidden. Het valt te vrezen, dat ze meer verwachten van hun activiteiten dan van God. Al spoedig raakt dan ook de spankracht uit hun bezigheden weg. Ze kunnen niet stil zijn tot God.’
Hoe moest dat gebed volgens dominee Den Boer vormkrijgen? ‘Praktijk van godzaligheid beoefenen in onze gebeden zal ook betekenen dat wij in ons bidden voorrang verlenen aan onze naasten. Voorop mag staan: de lofprijzing van God. De toonzetting mag zijn die van diepe ootmoed. Maar als ik zelf in mijn bidden aan de beurt kom, dan altijd samen met de ander. Geef ons… leerde Jezus ons bidden in het volmaakte gebed. Daarom nemen voorbeden in ons gebedsleven een voorname plaats in. Concreet alstublieft; niet in algemeenheden vervallen dus (bidden voor zieken, voor vervolgden, enz.). Als wij in ons bidden niet de nood van de gehele wereld op onze nek kunnen hebben, laat ons dan in elk geval de nood dragen van hen die God op onze weg bracht en die Hij ons op de ziel bond (Mark. 2 : 1 vv.).’
Leestip: Artikelen ds. C. den Boer, Waarheidsvriend.