Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Luister de podcast

maandag 16 augustus

Opa Ralph Erskine bidt voor zijn kleinkinderen

‘Ik ontving genade om op God te zien, of Hij mijn kinderen na mij wilde bewaren om te leven en nageslacht te hebben. En of Hij dan Zijn genade en gerechtigheid wilde uitstrekken, niet alleen tot hen, maar ook tot hun kinderen. Ja, zelfs tot hun kleinkinderen, totdat Christus weer zou komen op de wolken van de hemel.’ Aldus Ralph Erskine in zijn dagboek op 22 november 1732. 

Gebed

Ouders bidden voor hun kinderen. Het besef dat we hen ontvingen uit Gods hand, doet steeds weer terugkeren tot Hem van Wie we ze kregen. In gebed om hulp, genade en kracht. Kinderen draag je biddend mee in het hart. Bij het ouder worden, groeit de lijst met namen waaraan je denkt in het gebed. Als God het geeft, komen er kleinkinderen. Ook hen leg je biddend aan de Heere voor. Zo ook opa Ralph Erskine. Op 2 december 1733 schreef hij in zijn dagboek: 

‘Vanavond in het verborgen gebed werd mijn ziel verblijd en ontvlamd tot een gelovig aannemen van God in Zijn heerlijke volmaaktheden door Christus. Ik mocht verklaren, dat mijn hoop, mijn leven, hemel en gelukzaligheid God Zelf is. Zijn wijsheid, macht, heiligheid, gerechtigheid en waarheid, ja Zijn Wezen zelf. En ik mocht smeken of Hij bij mij wilde zijn in de dood, als ik door de donkere tunnel zou gaan. En wel, omdat Hij het gezegd heeft: ‘Ik zal u niet begeven en Ik zal u niet verlaten.’ 

En na de herinnering aan dat Woord enigszins te hebben vernieuwd ‘Zijn gerechtigheid aan kindskinderen’, mocht ik op Hem zien voor mijn vrouw en kinderen. Door te vragen of de Heere met mijn kinderen wilde zijn, terwijl ik bij hen ben én nadat ik door de dood van hen weggenomen wordt. Of Hij ze zou willen zegenen met hun nageslacht, als Hij ze dat zou willen geven. Ja, zelfs tot de tweede komst van Christus toe. Onder tranen van vreugde en met ootmoedige verering mocht ik de genadige God in Christus zien.’ 

Dopen

Als opa dominee is, kan hij zijn kleinkinderen dopen. Ralph Erskine deed het graag, zo blijkt uit een brief die hij op 21 juli 1749 schreef aan zijn zoon Henry: 

Beste Henry, 

Ik kreeg je brief, gedateerd de negentiende, dringend, niet voor vandaag. En vandaag wens ik met je de Heere te prijzen voor de gelukkige bevalling, die Hij aan je vrouw gegeven heeft. En met de nieuwe groei van je gezin, door je een zoontje te geven. En ik bid, dat hij de Heere mag toebehoren, en dat hij, als de jeugdige Samuël, aan de Heere afgestaan zal worden, zoal hij leeft. Mag Hij, Wiens gerechtigheid is over kinds-kinderen, Die gezegd heeft: “Ik zal Uw G0d zijn, en de God van uw zaad na u’, en Wiens beloofde zegen toekomt aan Christus en Zijn Zaad en Zijns zaads zaad voor eeuwig! Ja, ‘de God die mij al mijn leven tot op deze dag gevoed heeft, de Engel Die mij van alle kwaad verlost heeft’, zegene de jongen. 

Mijn vrouw en gezin wensen je geluk met je vrouws bevalling en verenigen zich met dank richting God voor Zijn barmhartigheden, die Hij aan je gezin bewezen heeft. Ik merk uit je brief dat je zeer verlangt naar mijn komst om te preken en het kind te dopen, wanneer ik donderdag over een week uit Glasgow terugkeer, zo de Heere het wil. Daarom stem ik ermee in, en geef je verlof om er kennisgeving van te doen, zoals je dat voorstelt. Je brief naar Lassodie zal met de eerste gelegenheid worden verzonden. 

Ik ben, je liefhebbende vader. 

Leestip: Ralph Erskine – zijn leven beschreven naar zijn dagboek (Ds. Donald Fraser, uitg. Kool). 

Luister deze blog als podcast

Lees verder over dit onderwerp

Komt, heffen wij een lofzang aan

Komt, heffen wij een lofzang aanDe Heer is waarlijk opgestaan;Komt, laten wij niet langer klagenDe Levensvorst heeft...

Taboes doorbroken

C.S. Lewis roept in zijn werk ‘De afschaffing van de mens’ (1943) lezers terug naar een werkelijkheid waarin de normen...