Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Luister de podcast

vrijdag 12 november

Spurgeon: een goed gesprek

Het zijn kostbare momenten, als je iemand spreekt die je begrijpt. Waar je aan ervaart: die kent op een heel eigen manier de worsteling waar ik doorheen ga. Of bij wie je merkt: hij verlangt net als mij Christus al meer te kennen. Dan ontstaat er verbinding. 

Toespraken

Charles Haddon Spurgeon (1834-1892) sprak avondmaalgangers toe bij de bediening van het avondmaal. Van deze toespraken zijn er een aantal bewaard. Uit deze toespraken spreekt het verlangen naar voortdurende omgang met Christus. Vandaar dat hij bij de bediening geregeld een tekst uit het Hooglied als uitgangspunt nam. Gemeenschap stopt echter niet aan de tafel, het doortrekt het gemeenteleven. Persoonlijk vind ik het waardevol om te merken dat gemeenteleden met elkaar spreken over het dienen van Christus. Dat hoeft niet met een stroom aan woorden gepaard te gaan. Soms begrijpen we elkaar met een enkele zin. 

Gemeenschap

Aan tafel sprak Spurgeon eens over de instellingswoorden van het Heilig Avondmaal, zoals we die vinden in de eerste brief aan Korinthe. In deze toespraak moedigt hij het onderlinge gesprek aan, voor de periode die voorligt. Blijkbaar ging dat in zijn tijd niet vanzelf. 

Spurgeon: ‘Wij oefenen onderlinge gemeenschap door persoonlijke omgang en heilig gesprek. Ik wenste alleen dat wij er wat meer van mochten kennen. Er is een tijd geweest dat zij, die de Heere vreesden, veel met elkaar spraken. Maar ik vrees dat zij in onze dagen vaak tegen elkaar spreken, tegen elkaar in. Het is een verdrietige zaak dat de liefde o zo vaak gewond ligt; bloedend door de hand van een broeder. 

En al maakten wij het ook niet zo erg, toch zijn wij vaak terughoudend en zwijgen wij stil. Zodat wijzelf en anderen het voordeel missen van gemeenschappelijke omgang en gesprek. Onze manier van leven, als woonden wij alleen op een eiland, is vaak de oorzaak geweest dat de ene christen bij de andere zat in uiterste verlatenheid; terwijl zij juist beiden verrukt en opgetogen konden wezen door elkaars gezelschap. 

Gezin

Kinderen uit eenzelfde gezin behoeven niet te wachten, tot zij bij elkaar geïntroduceerd worden. Doordat wij van dit ene brood gegeten hebben, hebben wij ook het teken van de broederschap gegeven en ontvangen. Laat ons daarom voortdurend achtgeven op de verplichtingen, die deze verwantschap ons oplegt; en een heilig gesprek met elkaar voeren en een heilige omgang met elkaar onderhouden, telkens als wij elkaar ontmoeten. 

Ik ben bang dat de christelijke broederschap in veel gevallen binnen de wanden van het gebouw voor de openbare eredienst begint, maar ook eindigt. Laat dit onder ons niet zo zijn. Laat het onze vreugde wezen, ons gezelschap te vinden in de kring, waarvan Jezus het middelpunt is, en laat ons hen tot onze vrienden maken, die ook de vrienden van Jezus zijn. Als wij veel met elkaar bidden, en lofzingen; en als wij de een de ander meedelen wat wij uit de Schrift en door de Geest van God geleerd hebben, dan zullen wij met elkaar gemeenschap oefenen in onze Heere Jezus Christus.’ 

Samen

Niet de veelheid van woorden maakt daarbij verschil, maar de onderlinge verbondenheid in de gerichtheid op de Heere. De kooltjes blijven gloeien als ze dichtbij elkaar liggen, niet als ze op de rand afkoelen. We zijn als gemeente om Christus’ wil aan elkaar geven. Opdat we Hem leren kennen, of al meer leren kennen. Het is de werkplaats van de Heilige Geest. 

Luister deze blog als podcast

Lees verder over dit onderwerp

Sta op en strijd de goede strijd

Staat op en strijdt de goede strijdtot al wat God u vraagt, bereid,Hij is uw kracht, Hij is uw recht;Hij heeft de...

Dienstbaar aan de wereldkerk (2)

Nadat in de negentiende eeuw het zendingswerk onstuimig groeide, zagen we in de twintigste eeuw hoe dit vrucht droeg...

Dienstbaar aan de wereldkerk (1)

‘Er is geen persoon, samenleving, land, of gebied dat buiten de autoriteit van Christus valt.’ Deze opvatting staat...