Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Luister de podcast

woensdag 21 december

Spurgeon over Christus in de kribbe (2)

Er was geen plaats voor Jezus in de herberg. Hij werd geboren in een stal, gelegd in een kribbe. De negentiende-eeuwse predikant Charles Haddon Spurgeon vraagt zich af of er echter wel ruimte voor Christus is in ons hart en leven? 

Minste 

‘Als Gods Woord in al zijn delen waar is, moeten wij ernaar handelen,’ stelt Spurgeon. ‘Al wat de Heere ons geboden heeft, behoren wij nauwgezet na te komen. Want de Meester zegt ons dat, als wij het minste van die geboden verbreken en dan mensen aldus leren, wij ook de minste zullen zijn in het koninkrijk der hemelen. Wij behoren heel nauwgezet te zijn, zelfs in de kleinste bijzonderheden van de wet van onze Zaligmaker. En zeer begerig om haar nauwkeurig na te komen. Daarbij moeten wij onze ogen op Hem gevestigd houden, zoals de ogen van de dienstmaagd op haar vrouw gevestigd zijn. Wanneer u dit echter doet, zult u merken, dat men u niet verdraagt, en dat u in de maatschappij met koele blikken zult worden aangekeken. 

Een ijverig christen zal in deze tijd net zo goed een kruis moeten dragen als in de dagen van Simon van Cyrene. Als u wilt zwijgen, als u zondaren wilt laten omkomen, zo u het nooit wilt proberen om uw geloof ook bij anderen ingang te doen vinden; indien u het getuigen voor Christus achterwege wilt laten, indien u van alle eigenschappen van het christen-zijn afstand wilt doen, als u wilt ophouden te zijn wat een christen wezen moet, o, dán zal de wereld u loven en vol geestdrift roepen: “Zie, dat is de godsdienst, die wij liefhebben”. 

Delen

Maar wanneer u wilt geloven, onwankelbaar geloven, en uw geloof wilt laten inwerken op uw leven. En als dat geloof u zo dierbaar is, dat u het probeert mede te delen aan anderen, zult u spoedig merken dat er zelfs in de herberg van de openbare mening, waar ieder ander wordt ontvangen, géén plaats is voor Christus. Wees een ongelovige, en niemand zal er u met minachting om behandelen; wees een Christen, en u zult veler smaad moeten dragen. “Er was voor hen geen plaats in de herberg”. 

Ook in de algemene gesprekken is er weinig plaats voor Christus. Wij spreken over allerlei zaken, zonder dat iemand ons dit kan verbieden of beletten. Maar o, hoe weinig plaats is er voor Christus in dat spreken! Hoe weinig plaats is er voor Christus, zelfs op de dag des Heeren en in de huizen van hen die zich christenen noemen! U praat over dominees, u vertelt vermakelijke anekdotes over hen – misschien verzint u die anekdotes, of kleurt ze naar uw smaak als ze al bestaan. U praat over de zondagsschool, over de verschillende kerkelijke instellingen, maar o hoe weinig wordt er over Christus gesproken! 

Geen plaats

En indien iemand zou zeggen: “Zouden wij niet kunnen spreken, over Zijn volbrachte werk en Zijn gerechtigheid, over Zijn hemelvaart en wederkomst, zouden wij zien dat velen die belijden volgelingen van Christus te zijn, opstaan en zeggen: “Ach, dat is weer zo’n dweper, anders zou hij er niet aan denken, om zo’n onderwerp te kiezen voor een gewoon gesprek”. 

Nee, in de herberg is geen plaats voor Hem. Tot op de huidige dag heeft Hij er nagenoeg geen toegang. Velen van hen die mij horen, zijn ambachtslieden. Vindt u niet, mijn broeders, – ik weet, dat u het vindt – dat er in de werkplaats maar heel weinig plaats is voor Christus? Daar is plaats voor alle mogelijke andere zaken. Daar is plaats voor vloeken en zweren; er is plaats voor dronkenschap; daar is plaats voor onkuise gesprekken; voor politiek gepraat, voor laster, voor ontrouw; maar daar is géén plaats voor Christus. Maar al te veel van onze ambachtslieden geloven dat de godsdienst een hinderpaal, een ketting, een kerker voor hen zou zijn. Zij kunnen wel de bioscoop bezoeken, of een ontspanningsavond bijwonen; maar het huis van God is hun een te somber een verblijf. 

Ik wenste wel, dat ik niet verplicht was dit te zeggen. Maar helaas, in onze fabrieken en werkplaatsen is geen plaats voor Christus. De wereld tracht gedurig meer ruimte te krijgen voor zichzelf, totdat er ten laatste nauwelijks een plekje meer over is, waar het Kind van Bethlehem neergelegd kan worden. 

Dit is een fragment uit een kerstpreek van Charles Haddon Spurgeon, uitgegeven door st. Tabernakel in 1998. Wil je de hele preek lezen? Zie tabernakel.nl

Luister deze blog als podcast

Lees verder over dit onderwerp

Sta op en strijd de goede strijd

Staat op en strijdt de goede strijdtot al wat God u vraagt, bereid,Hij is uw kracht, Hij is uw recht;Hij heeft de...

Dienstbaar aan de wereldkerk (2)

Nadat in de negentiende eeuw het zendingswerk onstuimig groeide, zagen we in de twintigste eeuw hoe dit vrucht droeg...

Dienstbaar aan de wereldkerk (1)

‘Er is geen persoon, samenleving, land, of gebied dat buiten de autoriteit van Christus valt.’ Deze opvatting staat...