Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

vrijdag 2 oktober

Thomas Boston roept op om altijd te bidden (1)

‘Indien het ons om de hemel te doen is, moeten wij vastbesloten voorwaarts gaan, wat voor stormen ons ook in het aangezicht blazen.’ Thomas Boston (1676-1732) geeft onderwijs over het gebed. 

Volharden

De Schotse theoloog en predikant Thomas Boston geeft uitleg bij Jezus’ woorden over voortdurend gebed (Luk. 18: 1). ‘Onze Heere Jezus Christus heeft aan allen, die zich vervoegen aan het hof van de hemel, de noodzaak voorgesteld te volharden in de gebeden en niet te verflauwen, ondanks de moeilijkheden waarmee zij kennis maken gedurende hun loop.’ 

Nadat hij dit uitwerkt voor hen die ervaren dat het geloof beproefd wordt, geeft hij tenslotte zeven aanwijzingen. Dit zijn zowel aansporingen tot gebed als tot zelfonderzoek. Hieronder geef ik de eerste drie aanwijzingen weer. 

Aansporingen

1.     Bidders moeten nooit ophouden van met hun zaken tot het hof van de hemel te komen. ‘Heere, tot wie zullen wij heengaan? Gij hebt de woorden des eeuwigen levens.’ (Joh. 6: 68) Het was de ondergang van Saul toen hij naar een waarzegster liep, toen God niet antwoordde. Het was de ondergang van de ongelovige Israëlieten, dat zij wilden terugkeren, toen zij hoorden van de reuzen in Kanaän. En het is de ondergang van velen, wanneer zij niet dat vermaak in de godsdienst vinden, dat zij erin verwacht hadden, zodat zij terugkeren tot de wereld en haar aantrekkelijkheden, waar zij dadelijk hun genoegen zullen vinden, zoals zij denken. Maar wat ook uw verdriet of ziekte zijn, blijf aanhouden bij de troon tot de Heere Zijn hand uitstrekt tot genezing. (Klaagl. 3: 49-50). 

2.     Zij moeten het bidden niet opgeven, maar ‘altijd bidden’. Zij die willen gedurende de tijd van het avondmaal bidden en het daarna geleidelijk nalaten, zullen ondervinden dat al hun moeite tevergeefs is geweest, en dat zij huichelaars zijn. (Job. 27: 10) Satan raadt vaak vermoeide zielen aan het op te geven. Hij vertelt hun dat zij er niets goeds door verkrijgen zullen, omdat God naar hen niet wil horen. Maar dit is een bedrog van de hel, waarvoor je nooit moet zwichten. Nee, vertraag niet in het bidden, hoewel God je nog langer laat wachten en je geen antwoord geeft. Laat niet af, zelfs indien jouw pogingen tot bidden niet anders dan en storm van toorn tegen je schijnen op te wekken. Het is Gods gebod dat men ‘altijd bidden moet’. Er steekt minder kwaad in het verkeerd bidden, dan in het geheel niet bidden. Want het bidden nalaten is je gedwee overgeven aan satans wil. En hoewel je zo verward kan zijn, dat je het gefluister binnenin je, aanziet voor je eigen stem; zo weet dat God deze twee nauwkeurig zal onderscheiden, en ingevingen waaronder je zucht niet tot jouw last zal toevoegen. Wanneer je aanhoudt in het gebed, dan ga je in de weg van de plicht, waarin je mag verwachten dat God uiteindelijk zal horen en Zich over je zal ontfermen. 

3.     Zij moeten volharden in het indienen van hun verzoeken, zolang hun nood blijft. Zo deed de Kananese vrouw, welk ongunstig onthaal zij in het begin ook ondervond. Indien je niet volhardt, zul je geacht worden het opgegeven te hebben, maar aanhouden en sterk klopen op de deur van de genade al je eindelijk het gewenste goed geven. ‘Ik zeg ulieden, hoewel hij niet zou opstaan en hem geven omdat hij zijn vriend is, nochtans om zijner onbeschaamdheids wil zal hij opstaan en hem geven zoveel als hij er behoeft.’ (Luk. 11: 8) Men zou hier tegen kunnen inbrengen, dat de Heere soms zegt: ‘Spreek niet meer tot Mij van deze zaak.’ Ik antwoord, dat kan voorkomen zoals bij Mozes: ‘Doch de Heere verstoorde Zich zeer omuwentwille over mij en hoorde niet naar mij; maar de Heer zeide tot mij: Het is u genoeg, spreek niet meer tot Mij van deze zaak.’ (Deut. 3: 26) Maar in zo’n geval toont de Heere aan Zijn volk, dat de zaak waarom zij gevraagd hebben, hun niet onmisbaar nodig is. En de hulp van de Geest wordt hen onthouden wanneer zij willen bidden om die bijzondere zaak. 

Lees verder over dit onderwerp

Komt, heffen wij een lofzang aan

Komt, heffen wij een lofzang aanDe Heer is waarlijk opgestaan;Komt, laten wij niet langer klagenDe Levensvorst heeft...

Taboes doorbroken

C.S. Lewis roept in zijn werk ‘De afschaffing van de mens’ (1943) lezers terug naar een werkelijkheid waarin de normen...