Wie de kerk enkel bekijkt in de situatie van vandaag, vergeet dat er tweeduizend jaar kerkgeschiedenis achter ons ligt. De stemmen van toen hebben vandaag zeggingskracht. Zoals Ambrosius van Milaan, die leefde in de veerde eeuw na Christus.
Ambrosius
Kerkvader Ambrosius werd geboren in Augusta Treverorum, het huidige Trier. Zijn vader had daar een belangrijke functie. Ambrosius studeerde in Rome en werd aangesteld als gouverneur in overheidsdienst, in Milaan. Daar koos het volk hem in 374 onverwachts tot bisschop. Zijn stijl van leidinggeven en optreden ten opzichte van de keizer maakte indruk.
Hij liet de kerk een aantal hymnen na, die op vaste momenten op de dag gezongen konden worden. Zo schreef hij een hymne voor negen uur ’s morgens. In de Joodse tijdsindeling uit de tijd van Jezus, het derde uur. F. van der Meer vertaalde dit lied in 1970 vanuit het Latijn.
Een tekst uit zolang vervlogen dagen, kost wat inspanning bij het lezen. Tegelijkertijd is het tot troost, dat we niet eenzaam ronddobberen in de tijd, maar staan in een traditie van eeuwen.Â
Op het derde uur
Â
Weder breekt aan het derde uur
Waarop Christus zijn kruis beklom.Â
Niets, wat verwaten, denke ons hart:Â
Het kere in tot stil gebed.Â
Â
Wie Christus in zijn hart ontvangt
Behoudt een schuldeloos gemoed
Hij laat niet af in staag gebed
Gereed te zijn voor Heil’gen Geest.Â
Â
Dit is de ure die het eind
Bracht van de tijd der harde schuld
Vernietigde het rijk des doods
En onze tijd de schuld ontnam.Â
Â
Sinsdien brak ons de zaal’ge tijd
Van de genade Christi aan;
De waarheid des geloofs vervult
De kerken gans de wereld door.Â
Â
Vanaf de top van zijn triomf
Sprak Hij aldus Zijn moeder aan
Ziedaar, mijn moeder, thans uw zoon!
Apostel, zie uw moeder hier.Â
Â
Dat voorgewend haar huwelijksbond
Leerde Hij aldus in diep geheim:Â
Dat niet het baren van de maagd
De schroom der moeder kwetsen zou.Â
Â
Wie God geloof gegeven had
Met kracht van tekenen betuigd
Dat aardse volk geloofde niet;
Doch zalig wordt slechts, wie gelooft.
Â
Doch wij geloven in de God
Geboren uit de maagd;Â
In Hem, die ’s werelds zonden delgt
En zit aan ’s Vaders rechterhand.Â
Â
Â
Bron: Lofzangen der Latijnse kerk, Het Spectrum, 1970.Â