Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Luister de podcast

dinsdag 27 augustus

Isaäc Ambrosius: met welk doel Jezus naar de aarde kwam

Jezus kwam naar de aarde om de wil van Zijn Vader te doen. In twee punten werkt de puritein Isaäc Ambrosius uit wat dit betekent ten opzichte van zondaren en verlossing. 

1. ‘Ik ben uit de hemel nedergedaald.’ Het was een grote reis uit de hemel naar de aarde, en deze grote reis heb Ik tot geen ander doel aangenomen, dan om zondaren zalig te maken. Grote werken (zegt iemand zeer terecht) hebben onvermijdelijk grote doelen. Nu, dit was het grootste werk dat ooit gedaan is, dat de Zoon van God uit de hemel is neergedaald, en wat was de bedoeling anders dan om de zondaars aan te nemen en zalig te maken? ‘Want de Zoon des mensen is gekomen om te zoeken en zalig te maken dat verloren was’ (Luk. 19:10). Als Hij niet was neergekomen, zouden de zondaars niet hebben kunnen opgaan in de hemel, en om hun opklimmen, is Hij neergekomen. 

2. ‘Ik ben uit de hemel nedergedaald, niet opdat Ik Mijn wil zou doen, maar de wil Desgenen Die Mij gezonden heeft’, Zijn Vader had Hem gezonden tot dat doel, om de zondaars te ontvangen en zalig te maken, en om deze reden is Hij genoemd: ‘de Apostel onzer belijdenis (…), Die getrouw is Degene, Die Hem gesteld heeft, gelijk ook Mozes in geheel zijn huis was’ (Hebr. 3:1, 2). 

Zijn Vader kon Hem niet uitzenden voor wat voor boodschap, of Hij was ervan verzekerd dat Hij het doen zou. De zending door Zijn Vader was een krachtig bewijs dat Christus gewillig was om die zondaars aan te nemen, Die maar tot Hem wilden komen. Daarom: ‘Jezus stond en riep, zeggende: Zo iemand dorst, die kome tot Mij en drinke’ (Joh. 7:37). De werkelijke pit, de ziel en het merg van het Evangelie is in deze woorden begrepen. De gelegenheid hiertoe was dit: op de laatste dag van het Loofhuttenfeest waren de Joden gewend om met grote plechtigheid water te halen uit de fontein van Siloah, aan de voet van de berg Sion, en dat dan te brengen naar het altaar, zingende uit Jesaja: ‘Gijlieden zult water scheppen met vreugde uit de fonteinen des heils’ (Jes. 12:3). Christus heeft deze gewoonte waargenomen en hen geroepen van de aardse tot de hemelse wateren, zinspelend op dat woord van de profeet Jesaja: ‘O alle gij dorstigen, komt tot de wateren (…). Hoort aandachtelijk naar Mij en eet het goede, en laat uw ziel in vettigheid zich verlustigen’ (Jes. 55:1, 2). De Vader zegt: Kom! En de Zoon zegt: Kom! ‘En de Geest en de bruid zeggen: Kom! En die het hoort, zegge: Kom! En die dorst heeft, kome; en die wil, neme het water des levens om niet’ (Openb. 22:17). 

Wij zien dat Christus Zich al de tijd van Zijn bediening vermoeid heeft, met van de ene plaats naar de andere te gaan met geen andere boodschap dan deze, die Hij op de markten geroepen heeft: O alle gij dorstigen, kom tot de wateren, als er zondaars zijn die het leven liefhebben, als iemand tot de hemel wil ingaan, die kome tot Mij, en Ik zal hem de weg tot het hart van Mijn Vader aanwijzen en hem voor Mijns Vaders hart bemind maken. Want hiertoe leiden al die overleggingen van God en Christus, om de zielen tot Zich te trekken. 

Luister deze blog als podcast

Lees verder over dit onderwerp