Bidden betekent dat we met onze hulpeloosheid komen voor de troon van de almachtige God. Soms lijkt het gebed echter niet over te komen. Je dreigt het op te geven.
Aanhoudend
De Heere Jezus prijst in Matth. 15 het grote geloof van een vrouw die aanhoudend bidt. Door de schijn van het tegendeel heen, blijkt Hij de God die hoort en verhoort. Blijkbaar kan uitstel van gebedsverhoring een manier zijn waarop de Heere mensen beproeft.
Als er geen verhoring volgt op het gebed kan dit betekenen dat de Heere ons daarmee des te meer naar zich toetrekt. Dat gebeurde bij een vrouw die Jezus bad om de genezing van haar dochter. Ze was door de duivel bezeten. Het hart van deze moeder staat in brand. Ze roept tot de Heere Jezus om ontferming voor haar dochter. Maar Hij lijkt vooralsnog geen verlossing te geven.
Matthew Henry (1662-1741) zegt hierover: ‘Ieder voor God aangenaam gebed is daarom nog geen gebed dat onmiddellijk verhoord zal worden. Soms schijnt God geen acht te slaan op de gebeden van Zijn volk. Als iemand die slaapt, of als een neerslachtige man die niet kan verlossen.’ (Ps. 44: 23, Jer. 14: 9, Ps. 22: 2-3) Soms lijkt het volgens de Bijbeluitlegger zelfs dat de Heere boos op hen is (Ps. 80: 5, Klaagl. 3: 8, 44). ‘Het is om het geloof te beproeven en daardoor te versterken. En Zijn latere verschijning aan hen des te heerlijker te maken voor zich, en des te meer welkom aan hen.’ (Hab. 2: 3, Job 34: 14).
Schijn van het tegendeel
In de praktijk van de omgang met God geeft de Heere geregeld uitkomst door de schijn van het tegendeel. Het lijkt alsof alles afbreekt, maar daar doorheen baant de Heere Zijn weg. Opdat we des te dieper beseffen dat de uitkomst werkelijk van boven komt. Menigeen zal de ervaring herkennen dat je uiteindelijk alleen nog maar zucht tot God, over bepaalde dingen die je bezighouden. De mooie woorden voorbij, een zucht blijft over. Waarom? Omdat je inziet dat alleen de Heere werkelijk uitkomst geven kan. Niet zelden is de uitkomst daar het meest nabij, waar wij de moed dreigen op te geven. De moeder die omwille van haar dochter tot Jezus komt pleit aanhoudend. Ze heeft de moed niet op.
Geloof
De Heere Jezus prijst het grote geloof van de biddende vrouw die tot Hem komt (Matt. 15: 28). Hij weet hoe kwetsbaar ze is in haar kind. Het is immers het liefste wat ze heeft. Wat kenmerkt ‘groot geloof’? Matthew Henry: ‘De grootheid van het geloof bestaat veelal in een vastberaden aanhankelijkheid aan Jezus Christus als de volkomen toereikende Zaligmaker. Ook onder ontmoedigingen Hem lief te hebben en vertrouwen als een Vriend, zelfs dan, als Hij ons schijnt tegen te lopen als een vijand.’
Als de Heere zich als het ware verbergt, betekent dit niet dat Hij doof is voor ons gebed. Hij kijkt verder dan dit moment. Zijn plannen falen niet.