Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Luister de podcast

maandag 18 december

Amos: De Heere zal recht doen (1)

Soms ga je door omstandigheden heen die je de vraag opleveren: Ziet God niet wat hier gebeurt? Heeft Hij geen oog voor wat recht en onrecht is? Wellicht heb je Hem in die omstandigheden aangeroepen en gedacht dat Hij geen oog had voor waar je doorheen ging. De hemel leek gesloten, je omstandigheden veranderden niet. God leek geen oog te hebben voor wat jou overkwam en evenmin oor te hebben voor jouw gebeden. Zozeer, dat je misschien wel eens dacht: ziet de Heere eigenlijk wel werkelijk waar ik doorheen ga? 

Machteloos

Een andere overtuiging die langzaam postgevat kan hebben in je denken, is de gedachte dat de Heere misschien niet bij machte is om de omstandigheden te veranderen. Je hebt Hem in je hoofd onbedoeld verkleint tot een God van de christenen alleen, Die wellicht ook niet opgewassen is tegen het vele ongeloof in deze wereld. Als zoveel mensen Hem de rug toekeren, is het naar jouw groeiende overtuiging ook niet vreemd dat Hij maar zo weinig invloed kan uitoefenen in deze wereld. Dan is de Heere in jouw beleving een God geworden die afhankelijk is van ons geloof, wil Hij werkelijk invloed uit kunnen oefenen. Ten diepste geloof je dan in een machteloze God, of in elk geval in een heerser met beperkte invloed. 

Situatie destijds

Wellicht dat een gemiddelde Israëliet deze gedachte ook wel eens had. Er was nogal wat gebeurd in de periode die achterlag. Amos geeft daar woorden aan in Amos 1: 3 tot Amos 2: 3. Als je op je in laat werken wat hier beschreven staat, dan waren de volken rondom Israël en Juda bepaald gewelddadig geweest in hun handelen. Wanneer er in die dagen krantenkoppen zouden zijn, dan zagen ze er als volgt uit: 

Damascus: ‘In Gilead werden duizenden mensen met ijzeren dorswagens gemarteld.’ (1: 3)

Gaza: ‘Mensen uit Gaza verkochten gevangenen als slaven.’ (1: 6)

Tyrus: ‘Inwoners van Tyrus bedreven slavenhandel met Edom’ (1: 9)

Edom: ‘Edomieten hebben verre familieleden vervolgd en gedood.’ (1: 11)

Ammon: ‘In Gilead werden bij een invasie zwangere vrouwen opengesneden.’ (1: 13)

Moab: ‘Met geweld hebben Moabieten de koning van Edom omgebracht en verbrand.’ (2: 1). 

Hier zijn de levens van duizenden mensen mee gemoeid. Verdriet, verlies en trauma’s die het volksleven tekenden. Zoiets poets je niet weg, ook al stop je de herinneringen weg. Op de meest onverwachte momenten komt oud leed boven. Er hoeft maar iets te triggeren in de berichtgeving, of je eigen leed gaat weer als een zwaard door je ziel. Wij kunnen het verleden wel verwerken, maar littekens blijven trekken. Zeker wanneer het onbegrepen is. Er geen reden toe leek te zijn. Je met recht kunt zeggen dat er sprake was van onrecht. Het is je aangedaan, je overkomen. Zo gold het voor Israël destijds, zo gold het voor Israël in de kampen in de Tweede Wereldoorlog; zo geldt het op dit moment voor mensen die in de verdrukking raken. Ook in ons midden kan de vraag levend zijn: ‘Heere, hebt U dan geen oog voor het lijden dat mij overkomt? Ziet U het onrecht niet, dat mij wordt aangedaan?’ 

In beeld

Als Amos in zijn profetieën ons iets duidelijk maakt, dan wel dat de Heere álles heeft gezien en nog ziet. Hij blikt dwars door alles heen en Hij vergeet niets wat gebeurde. In Zijn geheugen raken geen dingen kwijt. Hij ziet en doorziet. Daarbij houdt Hij zich niet enkel met christenen bezig, maar met alle volken van de wereld. 

Als overkoepelend motief zou je boven Amos 1 kunnen zetten: de Heere regeert over álles. Dit betekent dat allen aan Hem verantwoording schuldig zijn en rechtvaardig dienen te handelen. 

Luister deze blog als podcast

Lees verder over dit onderwerp

Christus spreekt armen zalig

Wie de Zaligsprekingen leest als een handleiding, die heeft het niet begrepen. We lezen in de eerste elf verzen van...