Wij trekken profetieën vaak direct in het geestelijke. Waarbij er een gevaar is dat er een soort geestelijke werkelijkheid ontstaat los van het geleefde leven. Amos maakt die scheiding echter niet. Hij spreekt namens God het volk aan op hun gehele geleefde leven, dat voor hem een spiegel vormt van hoe het werkelijk ligt in hun hart. Aan de vruchten kent men immers de boom?
Volk
We kunnen voorspoed zien als zegen van God. Dat is wat Israël deed. Men dacht: wij zijn het uitverkoren volk van God, daarom is het logisch dat het met ons goed gaat. Men raakte hoogmoedig en zelfverzekerd. Terwijl men in werkelijkheid God combineerde met allerlei zaken die het daglicht niet konden verdragen. Tot in de godsdienst toe. Denk aan de kalveren bij Dan en Bethel, die in deze dagen vereerd werden. Ook waren er vormen van syncretisme, vermenging van godsdienst. Men bracht wel offers, maar was niet werkelijk gericht op de Heere. Het was vormendienst geworden.
Hoe raakt dit aan ons? Het gaat ons goed. We behoren tot één van de rijkste landen van de wereld. Hoewel we bij tijden onze financiële zorgen hebben, hebben we allemaal brood op tafel. We zitten in de kerk, redelijk massaal. De volkskerk heeft nog een zekere gestalte in onze tijd. Maar is ons hart werkelijk bij de Heere? Of lopen we mee in de mars van hen die ons omgeven, zonder al te veel vragen. Terwijl we achter de schermen doen wat we zelf willen?
Dat kwam er uit in de dagen van Amos. De verschillen tussen rijk en arm waren geweldig groot. De een woonde in een grote villa, de ander werd onderdrukt. De Heere gaat daar tegenin. Niet tegen het verschil aan vermogen als zodanig. Maar wel tegen de uitbuiting, het onrecht; het leed dat de zwakken in de samenleving te verduren hebben van de sterken.
Wie het raakt
De profetie van Amos raakt niet alleen Israël, maar ook de omliggende volken. Dat blijkt uit de opbouw van het boek. In 1: 2-2: 16 klinkt het oordeel over de volken en Israël. Vervolgens klinken er profetieën die direct betrekking hebben op Israël (3: 1-6: 14). Daarna klinken er enkele visioenen (7: 1-9: 6). Tenslotte komt de Heere terug op Zijn verbondstrouw. Ondanks alles, zal er een stem van genade klinken over Zijn tegenstribbelende volk (9: 7-15). Het is een boodschap die samenhangt met de verbondsrelatie die de Heere heeft met Israël. Er klinkt oordeel, maar ook herstel.
Deze Oud Testamentische boodschap is niet alleen een boodschap geweest voor toen en daar. Hij komt ook tot ons. Dit is het Woord van God dat ons wordt verkondigd. De Heere heeft Zich aan ons verbonden, maar waar zijn wij nu?
Aardbeving
De bijbelschrijver wil een streep zetten onder de betrouwbaarheid van de profetie van Amos. Deze woorden zijn twee jaar voor de aardbeving uitgesproken. Veel later zal Zacharia hier op terug komen, twee eeuwen later (Zach. 14: 5). De Joodse geschiedschrijver Flavius Josephus spreekt over een aardschok die de tempel in tweeën deed splijten. Dit gebeurde op het moment dat de koning met lepra geslagen werd. Voor de Joodse lezer wordt duidelijk; we hebben hier te maken met een ware profeet. Wat hij zegt, gebeurt.