Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Luister de podcast

dinsdag 9 januari

De Heere doet recht (3)

Amos richt zich niet op de grootmachten van die dagen. Hij spreekt niet Assyrië of Egypte aan. Hij richt zich op de volken die Israël en Juda omringen. Dat zijn de buren, die hebben de meeste invloed, daar had het volk tevens het meest last van. Daarbij is er sprake van een structuur die opmerkelijk is. Steeds wisselt Amos een buurvolk van Israël af met een buurvolk van Juda. 

Refrein

De boodschap is steeds hetzelfde in opbouw. Luister maar. Allereerst wordt duidelijk dat de Heere spreekt: ‘Alzo zegt de Heere’ (Amos 1: 3, 6, 9, 11, 13 en 2: 1). Jahweh, de Verbondsgod van Israël spreekt hier dus als soevereine heerser tot de andere volken. Hij roept hen ter verantwoording en spreekt Zijn oordeel uit. 

Vervolgens klinkt er steeds een opsomming. ‘Om drie overtredingen van Damaskus, om vier zal ik dat niet afwenden.’ (Amos 1: 3, 6, 9, 11, 13, en 2: 1). De Heere heeft lang geduld gehad. Eén keer, twee keer, drie keer, vier keer. Maar er is een grens. Die grens is nu bereikt. De Heere zal het oordeel niet afwenden, zo klinkt het steeds weer. Het is onontkoombaar. 

Vervolgens maakt de profeet per volk helder waar het aan schort. Hij is niet volledig. Niet drie of vier overtredingen worden genoemd, maar alleen dat wat het meest in het oog valt. Wat het meest schokte. Waar humanitaire rechten van die dagen werden geschonden. Waar de eer van de Heere werd aangetast. 

Vervolgens klinkt over al die overtredingen een oordeel van de Heere, die de macht van het volk tot in de kern aantast. Ze denken sterk te zijn achter hun muren, vestingen en burchten. Maar de Heere gaat ze door vuur verteren (Amos 1: 4, 7, 10, 12, 14 en 2: 2). Hij tast de regeringscentra aan, de machtige steden en burchten. Zo zal hij de volken breken. 

Overtreding

In een aantal krantenkoppen heb ik samengevat wat de verschillende volken tegen hun naasten en daarmee tegen de Heere gedaan hebben. Amos noemt het ‘overtredingen’ (3, 6, 9, 11, 13, 2: 1). Het gebruikte woord duidt op rebellie, zonde. In hun gedrag zijn de volken rechtstreeks opstandig geweest tegen God. 

  • Damascus komt niet weg, nadat zij een volk met ijzeren dorswagens martelden. (1: 3)
  • Gaza gaat niet vrijuit, na hun slavenhandel. (1: 6)
  • Tyrus wordt verantwoordelijk gehouden voor het onderling verhandelen broedervolken. (1: 9)
  • De wrede vervolging en de moordpartij van Edom stelt hen schuldig. (1: 11)
  • Het drama dat Ammon aanrichtte, door zwangere vrouwen open te snijden, wordt hen werkelijk aangerekend.’ (1: 13)
  • Dat Moab de koning van Edom heeft gedood en verbrand, stelt hen schuldig. Dit betreft trouwens een zonde tussen twee buurvolken van Israël. De Heere ziet dus werkelijk álles en houdt de dader verantwoordelijk. Ook als zijn eigen volk niet in het geding is (2: 1). 

Het is zo aangrijpend om te zien wat hier gebeurt. Als gevolg van hun verlangen naar macht, naar invloed, naar het opeisen van dat wat van anderen is voor zichzelf, zien we hoe men over grenzen gaat. Zoals zo vaak zijn vrouwen en kinderen hierbij het slachtoffer. Onze intenties zijn zo vaak troebel, zo diep aangetast door de zonden. De gevolgen daarvan zijn aangrijpend. ‘Arglistig is het hart, meer dan enig ding, ja, dodelijk is het, wie zal het kennen?’ (Jer. 17: 9). We horen hier in Amos 1 niet van genade (Ex. 34: 7). Waar het niet tot buigen komt, blijft de overtreding ons schuldig stellen voor de Heere. 

Waarom vaart de Heere reeds in de tijd uit tegen de volken? Hij had toch ook alles kunnen opsparen tot het eindoordeel? Door in de tijd reeds de gevolgen van zondig gedrag zichtbaar te maken, worden mensen afgeschrikt om vast te houden aan een zondige levensstijl. Deze woorden hier uit de oude profetie zijn maar geen geschiedenisboek als zodanig. Dan zouden ze wellicht veel gedetailleerder en vollediger moeten zijn. Nee, ze tonen ons wat er in de kern van de zaak gebeurt als gevolg van de zonde. Tegelijkertijd toont het Gods trouw aan Zijn volk. Hij heeft al dat lijden, juist ook dat lichamelijk lijden, gezien. Hij doet recht, reeds in de tijd. 

Vergeten

Is er dan niet één zonde die de Heere vergeet? Nee. Of toch wel? De profeet Jeremia leert ons: ‘Want Ik zal hun ongerechtigheid vergeven, en hun zonden niet meer gedenken.’ (Jer. 31: 34b). En de profeet Micha leert ons: ‘Wie is een God gelijk Gij, die de ongerechtigheid vergeeft, en de overtreding van het overblijfsel van Zijn erfenis voorbijgaat? Hij houdt Zijn toorn niet in eeuwigheid; want Hij heeft lust aan goedertierenheid. Hij zal zich weer ontfermen; Hij zal onze ongerechtigheid dempen; ja, Gij zult al hun zonden in de diepten der zee werpen.’ (Mich. 7: 18-19)

Blijkbaar worden er wél zonden vergeten. De Heere vergeet geen zonden, dan behalve die op Christus gelegd zijn. Jezus offer en plaatsvervangend middelaarswerk vormt de grond voor beloften die we horen in Jeremia en Micha. 

Als je eerlijk luistert naar de profetieën in Amos, dan staan de volken er hopeloos voor. Hun gedrag wordt hun met reden aangerekend. Reeds in de tijd komen de oordelen op hen neer. Die zijn ook werkelijk uitgekomen, zo toont ons de geschiedenis. In de eeuwen die volgden zijn al die volken ten onder gebracht. Alleen Israël is nog over. Tóch ontfermt de Heere zich ook over de volken. 

Daarover meer in een volgende aflevering. 

Luister deze blog als podcast

Lees verder over dit onderwerp

Oproep tot omkeer

‘En hij zal velen der kinderen Israëls bekeren tot den Heere hun God.’ (Luk. 1: 16) De laatste profeet Maleachi was de...