Paulus, Silas, Timotheüs en Lukas tastten als zendelingen naar de weg die zij te gaan hadden. De Heilige Geest verhinderde hen om het Woord in Azië te spreken. Ook de weg naar Bithynië liep dood. Ze moesten naar Europa. Dat maakte de Heere pas helder nadat ze de nodige keren mistastten. ‘s Nachts zag Paulus een gezicht, met een man die stond en bad: ‘Kom over in Macedonië, en help ons’. Daaruit besloten zij dat de Heere hen geroepen had om het Evangelie te verkondigen in Europa. Ze maken de grote oversteek.
Romeinse kolonie
Na een voorspoedige reis komen ze aan in de kolonie Filippi. Een gebied waar gepensioneerde veteranen wonen en hun landerijen beheren. Onder Romeinse wetgeving. De goden zijn hier in de meerderheid, de Joden in de minderheid. Het is maar een klein groepje dat Paulus aantreft als hij naar gewoonte naar de Joden vraagt. Een groep vrouwen komt op de sabbath samen bij de rivier.
Dat er nogal wat kan veranderen in je leven, daar kon één van deze vrouwen over meepraten. Lydia was een heidense vrouw van afkomst. Lukas noemt haar een vrouw die God diende: deze zin beschrijft vaak voormalige polytheïsten, die aanbidders zijn geworden van de God van Israël. Daarmee dus monotheïst geworden. Ze maakte een grote verandering door. Haar gebed richtte zich eerst op veel goden, om die gunstig te stemmen. Nu diende ze Jahweh en onderwierp ze zich onder de Joodse wetten, waarbij de sluimerende Messiasverwachting levend werd gehouden. Maar Christus kent zij niet. De Heere zendt Paulus tot haar. Die als geen ander doorkneed was in het Joodse denken, om Lydia de Messias te verkondigen.
Onderwijs
Vier predikers, een groepje vrouwen; in een kolonie waar allerlei afgoden gediend worden. Zien we daar mogelijkheden voor de verbreiding van het Evangelie? De Heere wel.
Ooit zat Jezus in een synagoge in Nazareth, omgeven door de mensen met wie Hij opgroeide. Hij zei: ‘Er waren vele weduwen in Israël in de dagen van Elias, toen de hemel drie jaren en zes maanden gesloten was, zodat er grote hongersnood werd over het gehele land. En tot geen van haar werd Elia gezonden, dan naar Serepta Sidonis, die weduwe was.’ (Luk. 4: 25). Zo noemde Jezus nog een aantal voorbeelden van heidenen die voorrang kregen. Waarop de Joden hem boos uit de synagoge wierpen.
Nu, jaren later, is het een heidense vrouw waar de Heere Zijn dienaren heenzendt. Lydia, waarschijnlijk een weduwe, is een purperverkoopster. In Tyatira, waar Lydia oorspronkelijk vandaan kwam, was een grote purperindustrie. Ze was rijk. Maar ten aanzien van het Woord van God was ze afhankelijk.
Horen
De Heere zendt Lydia geen indrukwekkende prediker. Paulus stond niet bekend om zijn retorische gaven, hij was geen flamboyante prediker, geen charismatisch man. Toch zit ze als met heel haar wezen te luisteren.
Als het Woord van God klinkt, roept de Heere Lydia tot leven: ‘welker hart de Heere heeft geopend.’ De Heilige Geest geeft haar oog en oor voor het Evangelie. Blijkbaar was Lydia’s hart gesloten. De Heere verschaft Zich toegang en doet Zijn Licht schijnen. Hij opent haar hart en spreekt woorden van leven. Dat is het werk van de Heilige Geest, Hij past het Woord toe aan het hart. Hoewel Lydia in een groep zit, lijkt het alsof deze man voor haar alleen gekomen is. Zo gaat dat, onder de verkondiging.
De roeping, komt tot iedereen. Gods Woord gaat uit, tot iedereen die het hoort. Tegelijkertijd is van het geheel van de gemeente een kleiner deel dat ook werkelijk gehoor geeft. Zij worden niet alleen uitwendig, maar ook inwendig geroepen. De roep van het Evangelie vindt weerklank in hun hart. De boodschap is als water op dorstig land. Het onderwijs is precies raak. Waar ze eerst blind voor waren, krijgen ze nu oog voor.
De Heere opende Lydia’s hart. Het Woord is het zaad van de wedergeboorte (1 Petr. 2: 23) Het verlicht de ogen en bekeert de zielen (Ps. 19: 8-9). De vrede die ze niet vond in het Joodse denken, vindt ze aan Christus’ voeten. Hij vervulde de wet, die zij niet houden kon. Schonk Zichzelf, tot verzoening van de schuld.