Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Beluister de podcast op   Logo Spotify podcast   Logo Itunes podcast

Luister de podcast

dinsdag 20 september

De nacht valt in Sauls’ leven (3)

Zie je de twee posities? Saul, de man die zijn eigen zin doordreef en uiteindelijk onder de invloed van een boze geest komt te staan. De vreugde wordt uit zijn leven geperst. Hij raakt in angst en duisternis. Anderzijds David, de jongen die de Heere was toegewijd. Rondom hem zien we een sfeer van Gods nabijheid. Hij zal door donkere periodes heen moeten, maar zijn hart is de Heere toegewijd. 

Zijn eigen zin

Saul koos ervoor om tijdelijk zijn eigen zin door te drijven. Het begon voor ons gevoel allemaal zo klein. Hij wilde zelf offeren, omdat hij de situatie in de hand wilde houden, omdat hij zijn eigen ideeën had over wat wijs was. Uiteindelijk vertrouwde hij ten diepste op zichzelf en zijn eigen inzicht, en niet op God. En zie waar het hem gebracht heeft. Wie God verlaat heeft smart op smart te vrezen. 

We zien Saul steeds dieper wegzakken. Niets in hem zoekt nog heil bij God. Zijn hart is ver van God. Zozeer, dat hij naderhand bij een spiritiste in Endor om raad gaat. Hij raakt al dieper in het duister. 

Gods zin en mening

Zie anderzijds David. Hij moet in de toekomst door periodes van grote verliezen en strijd heen, maar zal zich met vallen en opstaan toch steeds weer werpen op de Heere zijn God. Wat bij hem radicaal verschilde met Saul was dat hij op de bodem van zijn hart de Heere meer vertrouwde dan zichzelf. 

Bekering 

Dit houdt ons een spiegel voor. Als je op dit moment niet leeft van Gods genade in Christus, moet ik je aanzeggen dat een portie religie waardoor je soms rust krijgt, je niet redt. Er is bekering nodig. Door schuldbesef verslagen, terugkeer tot God. Niet langer van alles combineren, maar je bekeren.

Saul was zover heen, dat hij niet meer terug wilde. Voor u en jou is het vandaag echter niet te laat. Integendeel. Waar een zondaar de naam van de Heere Jezus gaat aanroepen, moet de duivel wijken. 

Geestelijke strijd

Dat er sprake is van geestelijke strijd, is inmiddels wel duidelijk. Die strijd verhevigde toen Jezus op aarde kwam. Jezus dwong de duivelen aan zijn voeten. Hij wierp hen uit mensen, door de Geest van God. Onreine geesten vielen voor Hem neer en erkenden: U bent de Zoon van God (Mark. 3: 11). Het was zijn doorgaande werk. We lezen dat hij preekte in de synagogen en mensen genas van hun ziekten en duivelen uitwierp. Jezus verkondigde het Koninkrijk van God, waartegen de duivelen niet op konden. Zij moesten wijken. Hij heeft de boze overwonnen. 

Zoon

Uit het nageslacht van deze jonge harpspeler komt de Zoon van God voort. Deze Jezus heeft de duivel overwonnen. De machten van de hel sprongen tegen Hem op, maar Hij was sterker dan zij. Door Zijn bloedstorting heeft Jezus Christus de toorn van God gestild. De macht van satan is gebroken. Jezus heeft de dood gedood. Met de Zijnen is Hij opgestaan tot nieuw leven. 

Heb jij vrede God? Buiten Christus is er geen vrede. Jes. 55: 6: ‘Zoekt den HEERE, terwijl Hij te vinden is, roep Hem aan terwijl Hij nabij is. De goddeloze verlate zijn weg, de ongerechtige man zijn gedachten; en hij bekere zich tot de HEERE; zo zal Hij Zich Zijn ontfermen, en tot onze God, want Hij vergeeft menigvuldig.’ 

Vandaag 

We staan niet op neutrale grond vandaag. ‘Want wij hebben den strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de geweldhebbers der wereld, der duisternis dezer eeuw, tegen de geestelijke boosheden in de lucht. Daarom neemt aan de gehele wapenrusting Gods, opdat gij kunt wederstaan in den bozen dag, en alles verricht hebbende, staande blijven.’ (Ef. 6: 12-13). Alleen achter het schild, onder de helm, vanachter het borstwapen, zijn we veilig tegen de listige omleidingen van de duivel. Buiten Christus is er geen vrede. 

Luister deze blog als podcast

Lees verder over dit onderwerp

Christus spreekt armen zalig

Wie de Zaligsprekingen leest als een handleiding, die heeft het niet begrepen. We lezen in de eerste elf verzen van...